Wednesday, October 31, 2007
Gering
Een nieuwe nog niet uitgepakte vriendschap
Ik was er echt aan toe je iets koels te geven
Cadeaupapier heeft nieuwsgierigheid ingepakt
Een klein doosje vol groot geluk voor jouw leven.
Wissel
Alles verandert maar niets vergaat
De tijden geven slechts een vorm
Aan het verloren gewaande gezicht
Van het altijd eeuwige gelaat.
Wie ben je?
Ik ben weer eens verdwaald in mijn stil verwarde hoofd
Nergens zie ik het licht van een herinnering naar binnen schijnen
Terwijl je praten met mij niet begrijpend mijn oren verdooft
In eens weet ik niet meer wie ze zijn, al die geliefde mijnen
Dus, mijn lieve schat, vraag nu maar niet over wat, hoe of wie
Het is jammer en naar, t' is niet mijn schuld maar van de dementie.
Tuesday, October 30, 2007
0 pk
Het is niet de knallende zweep die het paard doet rennen
Zijn gebrek aan kennis van eigen kracht zelf te kunnen mennen
Heeft de zweep die schijnbaar striemende macht gegeven
Over zijn sterke, maar wel onderdanig afgerichte paardenleven.
Uitblinken
Als ze je gewoon niet zien zitten
Moet je proberen in de schijnwerpers te komen
Maar gewoon gaan staan of wakker schudden
Of simpel, hééé hieeeeer bennnnn iiiiik!, roepen
Wil ook wel eens helpen.
Bonjour
Een vers knapperig stokbrood
Een pittig stuk oude brokkel kaas
Een glas frisse jonge witte wijn
Houden het leven simpel en fijn.
Wie is daar?
Doe open de deur mijn beste vrind
De onzichtbare schimmen hebben aangebeld
Laat ze niet te lang in vrieskou en wind
Op jouw kille marmeren stoep verschralen
Zeker al zijn ze niet aan opendoen gewend
Zij willen toch van hun onzichtbaar leven verhalen
Want over hun rijk van lieve geestige geesten
Wordt niet veel gesproken op de levende feesten
En zijn daarom hier niet doodgewoon bekend.
Monday, October 29, 2007
Treiterkop
Daar is het mij nu juist steeds weer om te doen
Verwarring zaaien in het zogenaamd gemaakt fatsoen
Schelden en vloeken is voor mij meer dan een manier
In mij is soms nog steeds het tomeloze treiterdier.
Nostress
De kapelaan en valeriaan
Zijn er om mensen te kalmeren
Maar ik ga toch veel liever op de hei
In een heel klein puptentje kamperen
k'Ga daar slapen onder sterrenhemel
En het klammig dun tentendoek
Daar vind ik dan eindelijk die zalige rust
Waar ik al zo heel lang naar zoek.
Schrikbeeld
Haal het even voor je geest
Wees niet bang voor het enge beest
Ik ben het maar, heel even in een ander
Boe! in het donker maar na de hevige schrik
Is het, ik blijf ik.
Sunday, October 28, 2007
Wrakhoofd
Het was zo’n dag, je weet wel, zo’n dag om eens lekker te gaan uitwaaien aan het strand. Het had al enkele dagen achter elkaar behoorlijk gestormd, dus een woeste schuimkoppige zee lokte mij. Na dat ik mijn auto geparkeerd had in een zijstraatje wat uit kwam op de boulevard, ging ik eerst even, voor dat ik naar het strand liep, een kop koffie drinken in een klein bruin visserskroegje. Binnen was het gezellig en lekker warm maar behoorlijk druk. Aan de tapkast zaten zo te zien een paar strandjutters stevig aan de borrel en pils. Ik ging zelf aan een tafeltje bij het raam zitten, zodat ik zowel de binnen als de buitenboel in de gaten kon houden. Nadat ik mijn tweede bak koffie had afgerekend en ik net naar buiten wilde gaan, kwam een van barkrukzitters op mij af. “U bent zo te zien niet van hier”, vroeg hij mij met een streektaal accent. Ik zei hem dat ik graag na een storm over het strand liep,”niet om te jutten hoor,”riep ik geruststellend. Hij schudde lachend zijn robuuste zwart bebaarde hoofd, “nee voor stadse mensen die komen jutten ben ik echt niet bang”, brulde hij in de openstaande deur. We liepen samen in de richting van het strand, de wind was nog steeds behoorlijk pittig en de kou het zand en zout geselden mijn gezicht. “Hier heb ik hem gevonden, hartstikke dood en zo stijf als een aangespoeld stuk wrakhout,” brulde de jutter boven het geloei van de wind uit. Ik begreep er eigelijk helemaal niets van, ik vond het al vreemd, dat, hoewel we elkaar helemaal niet eens kende, hij gewoon met mij mee liep naar het strand. “Wat heb je dan hier gevonden?” Schreeuwde ik keihard terug, om ook boven het geluid van de branding uit te komen.”De oude Zeuler, mijn jutters maatje,” was zijn nogal laconieke antwoord. We besloten maar weer terug te keren naar het jutterscafeetje, want daar was het warmer en konden we elkaar tenminste beter verstaan. Toen we even later samen aan de bar zaten met een stevige pint voor ons, vertelde hij mij zijn verhaal. Een paar dagen geleden was hij, na de storm, s’morgens vroeg gaan jutten. Hij was eerst langs het huisje van zijn maatje, de oude Zeuler gegaan, want jutten deden ze dikwijls samen. Maar hoe hij ook op de deur bonsde, er werd niet open gedaan. Hij vond het wel een beetje vreemd, maar ja die ouwe was natuurlijk ook een beetje vreemd mens. Soms was hij zomaar dagenlang zoek, niemand wist dan waar hij uit hing, om dan vervolgens zo maar weer als een walvis op te duiken. Vertellen waar hij dan was geweest deed hij nooit, alleen een beetje geheimzinnig lachen, was het enige wat hij dan los liet.”Ik ging er van uit dat hij weer zo’n verdwijningtrucje overhoop had gehaald,”zei de jutter.”Het was nog niet helemaal licht toen ik op het strand aan kwam”, vervolgde hij zijn verhaal. “Door de harde wind van de afgelopen dagen was er veel rommel aangespoeld op het strand. Het meeste is meestal niks of waardeloos, een enkele keer heb je mazzel.” “In de verte zag ik een berg touw en nog wat liggen, dichterbij gekomen viel mijn mond van verbazing en ontzetting open.” ”Daar ligt een aangespoelde drenkeling”, mompelde ik verschrikt. “Maar toen ik beter keek zag ik dat het de oude Zeuler was die tussen het aangespoelde touw lag. Wat moet je doen als je maat waar je jaren mee hebt gejutterd, zelf als een soort aangespoeld wrakhout op het strand ligt?” Hij besloot eerst de oude Zeuler tussen het touw vandaan te trekken, met zijn schep, die hij altijd tijdens het jutten bij zich had, groef hij een ondiep geultje en kantelde zijn ouwe dooie maatje voorzichtig er in. In de buurt vond hij een stuk aangespoeld dekzijl, dat hij vervolgens over de oude Zeuler heen legde. Met wat zand er op was het net of er een opgewaaid duintje was ontstaan. “Na deze tijdelijke begrafenis ben ik snel naar het dorp gegaan om ons geheime juttersgilde in te lichten.” Als een niet zichtbaar lopend vuurtje verspreide het bericht zich onder de gilde leden, nog die zelfde ochtend was iedereen in het café aanwezig. Janus, de oudste en bekendste jutter van het dorp, besloot dat de oude Zeuler eerst van het strand moest worden weggehaald. “Aan het einde van de ochtend hebben we hem op een jutterskar met een tractor er voor naar het koelhuis van de visafslag gebracht. Tegen de veilingmeester vertelde we dat we een grote vis hadden gevangen en dat we de vis in de avond weer zouden ophalen. De veilingmeester vond het prima,”want hij was vroeger ook een jutter geweest en wist dat hij niet alles hoefde of wilde weten. Janus had ook een sleutel van het huisje van de oude Zeuler, hij had hem lang geleden in vertrouwen gekregen, en alleen als er problemen waren mocht hij de sleutel gebruiken. In het huisje van de oude Zeuler was niets wat er op wees dat hij van plan was voorgoed er mee te stoppen. “Ik weet wel dat hij een soort testament op papier had gezet, dat heeft hij mij wel eens in een dronken bui verteld,”zei een van de jutters, terwijl ze het huisje doorzochten. In de bedstee onder de matras vonden ze het eindelijk een oud schoolschrift, met grote hanenpoten stond er op het kaft,’Geheim’. Maar geheimen daar hadden de jutters op zo’n moment natuurlijk gewoon lak aan, dus werd het schriftje mee genomen naar de jutterskroeg. Janus las als voorzitter van het gilde het eerst wat er in geschreven stond. “Het is te bizar van woorden, dit is echt iets van die oude Zeuler, om zo iets te verzinnen!” riep hij verbaasd. “Wat stond er dan in?” vroeg ik heel nieuwsgierig. “Jij bent niet van hier en dus een buitenstaander, geheim is geheim, je hebt er verder niets mee te maken,”zei Janus de jutter venijnig. Hij had het gesprek van af een afstandje op de voet gevolgd en wilde niet dat een‘vreemde’zich met hun zaken bemoeide. ”Daar komt allemaal narigheid van en daar zitten we nu echt niet op te wachten,”bromde hij in zijn snor. ” Maar goed, als je beloofd er nooit met iemand over praten, krijg je een tip van mij, één tip, meer niet,”sprak de oude Janus stellig, want hij zag wel dat ik een beetje geschrokken was van zijn nogal felle en achterdochtige houding. “Ga vanavond om twaalf uur bij de eerste duinovergang aan de voet van het duin zitten en blijf daar maar gewoon zitten,” fluisterde Janus in mijn oor. Ik mocht daar onder geen enkel beding weg gaan, wat er ook ging gebeuren, alleen daar was ik veilig.
Een broodje haring met uien en een kom warme vissoep €10, stond er op het menuleitje met krijt geschreven. Als tegen prestatie voor hun vertrouwen in mij, bestelde ik voor ons drieën het zeemenu en nog eens drie pilsjes er bij. Het werd eten en drinken in een heel aparte sfeer, met zeer sterke verhalen over het strandjutters vak. Rond een uur of elf stapten alle cafébezoekers in een keer op, alsof er een onzichtbaar seintje werd gegeven. Ik bleef alleen achter met de kroegbaas. Ik dronk nog wat koppen sterke koffie omdat ik straks beslist wakker wilde blijven.
Het was even voor twaalven toen ik plaats nam onder bij de eerste duinovergang. Zo aan de branding te horen was de zee nog steeds niet rustig geworden, maar een mooie volle maan verlichte het strand spookachtig. Plotseling hoorde ik in de verte het geluid van tractormotors, en ja, daar kwamen enkele tientallen tractors met aanhangwagens vol met wrakhout zonder verlichting op doemen in het bleke maanlicht.Hun sonore motorgebrom overstemde het geluid van de branding. Midden tussen al dat tractoren geweld zag ik tot mijn verbazing een wagen die getrokken werd door twee zwarte paarden en op die wagen stond boven op een stapel houtenpallets een lange houtenkist, alleen deze wagen was verlicht met vele stormlantarens. Recht tegenover de duinovergang vormden de tractoren met hun aanhangers een grote kring en de zwarte paarden stonden met hun wagen, hijgend witte stoom uitblazend, in het midden van de cirkel. Alle motoren zwegen, nu was alleen het geluid van de branding de achtergrond muziek.
Terwijl niemand een woord sprak begonnen de jutters het wrakhout in het midden op te stapelen tot een enkele meters hoogte. Vier man tilde de kist van de paardenkar en plaatsen hem met vereende krachten boven op het wrakhout. Tot slot werden de tractoren verder op van het strand af gereden, alleen de zwarte paarden met de verlichte wagen bleef op enige afstand op het strand staan. In een grote kring stonden de jutters hand in hand om de wrakhoutstapel. Toen begon ergens buiten mijn gezichtsveld in eens een accordeon een liedje te spelen.’Waar het lied der branding ruist bij dag en nacht,’zongen alle mannen als in een groot afscheidskoor. De oude Janus zag ik na voren lopen met een brandende fakkel, hij liep de kring van zingende mannen langs en iedereen onstak zijn fakkel aan die van de oude Janus.
Ineens hield het zingen op, op een onzichtbaar teken liepen alle fakkeldragers naar de houtstapel met de kist er op. Het vuur laaide hoog op en in een ogenblik tijd bereikte het de kist. Het zingen was gestopt en iedereen stond met een strak gezicht in het vuur te staren, een vonkenregen steeg hoog op in de donkere nacht. Plotseling verscheen er aan de horizon boven de zee een helder wit licht, dat snel dichterbij kwam. Tot mijn stomme verbazing, ik kon mijn ogen niet geloven, zag ik dat het een grote reddingsloep was, helemaal verlicht als een enorme ster. Vlak boven het vuur hield de sloep stil, de kist boven op de brandstapel ging open en een witte figuur steeg met de vlammen mee omhoog naar de sloep om daar vervolgens in te stappen. Uit een mond schreeuwde alle mannen die om het vuur stonden, “Vaarwel behouden vaart Zeuler!” Het vuur zakte met een enorme aswolk en vonkenregen in een tot een smeulende hoop brandhout.
“Meneer wakker worden, het is al over twaalven, we gaan sluiten,” het was de cafébaas die mij wakker schudde. Op het tafeltje stonden drie lege bierflesjes, drie lege soepkommen en drie bordjes met afgekloven haringstaartjes.”Morgen is de begrafenis van de oude Zeuler, als u daar bij wilt zijn dan heb ik nog wel een slaapplaats voor u”, zei hij zorgzaam. Ik moest wel beloven het aan niemand te vertellen, want hij was geen hotel. Slapen op een zolder vlak aan zee, je zou er haast raar van gaan dromen.
Saturday, October 27, 2007
Beweegring
Het natte grindpad glinstert in de late lage najaarszon
Het donkerrode herfstblad drijft nog even in de regenton
Wachtend om te zwaar van het water te zijn geworden
Langzaam verdwijnend naar wat diepere donkere oorden
De toekomst heeft zijn simpel bladbestaan niet vergeten
Als blijvende schakel in de sluitende kringloopketen.
Rondom
Een stokdove kwartel uit s'Gravenhagen
Raakte de rechte weg kwijt met zijn oude wagen
Van het er steeds naar vragen werd hij zo rood als een biet
Want alsmaar liplezend verstond hij de gebarentaal niet
Nu rijdt hij nog steeds rondjes in het deftige s'Gravenhagen
Want de verlegen kwartel durft gewoon de weg niet meer vragen.
Notlicht
De blinde muren van witgekalkte huizen zijn zonder ogen
Gesloten, niet het licht van weerschijnend glas in't kozijn
Zien is wat zij beslist niet kunnen en ook niet mogen
Niet op straat de bloementuin of het speelse ronde plein
Noch deel hebben aan het vrije, soms harde buitenleven
Wat binnen is, nooit en niet aan anderen te bekijken geven
Zo zijn er mensen, die als blinde die muren zijn, zo stekenblind
Door hun vesting is er niets wat ze met de buitenwereld verbind
En ook het gespitste oor mist ook hier zeker ook zijn luisterzetel
Want in een open voeg zag ik de taal van een stille dovenetel.
Friday, October 26, 2007
Een must
word je bedreigd door sombere gedachten
Kan je haast niet slapen met dat gevoel
Drink dan liever een lekker klein slaapmutsje
Dan ga je rustig slapen met een glimlach op je smoel.
Papagraai
Een vlot pratende zeepiraat had een papagaai gestolen
Toen hij voor de rechter kwam kon hij dat niet verholen
Want het gevleugelde antwoordapparaat zei zeer ontheemd
Die eenoog met houtenpoot heeft mij met kooi en al ontvreemd
De rechter liet de papagaai uit de kooi en in vrijheid vliegen
En in de kooi ging de zeepiraat voor al dat lelijke dieven liegen.
Relikwie?
Ik liep eens op een zondagochtend in het stille nog schemerig bos
Ik voelde dat ik door de bomen met als mensenogen werd bekeken
Een oude beuk, in een nog jong en prachtig fris bladergroen kostuum
Vroeg zachtjes of ik vandaag op zondag bij hun kwam hagenpreken
Ik fluisterde,"ik zie nergens een geloofs gemeente met luisterend oor”
“Kijk dan hier!” riepen de bomen toen in een massaal groenbladerkoor
Hoor je mij dus, op zomaar een zondag ergens preken in het stille woud
Zijn het naar mij te weten, de bomen die aandachtig naar mij luisteren
Want wie weet, hebben zij misschien wel oren, maar niet van vlees
Maar gewoon van groenigblad of bruinighout.
Thursday, October 25, 2007
Jézel
Ik heb veel respect en een zwak voor ezels
Want van gedresseerde ezels heb ik noch nooit gehoord
Wel van een hobbelpaard of rellen bestendig politiepaard
Een gehoorzaam circuspaard een dikke Belgische knol
Een afgepeigerd trekpaard een sluipend luipaard
Een doping racepaard een masochistisch dressuurpaard
Een gedwongen springpaard een zout zeepaardje
Een houtwormhoutenpaard een plastiek kermispaard
Een zwart wit schaakpaard een afgebeuld werkpaard
Een blind mijnpaard een dolgedraaid molenpaard
Een Trojaans paard het paard van Sinterklaas
En het verkeerde paard en dan daar nog op wedden ook
Jezus verkoos de gewone ezel boven het luxe paard.
Koopie
Een koperkoper ging veel naar de autosloper
Daar kocht hij het rode soms gelig half edelmetaal
Voor de prijs van het waardeloze ijzer of roestig staal
De sloper vond de koperkoper slecht en behoorlijk fout
Nu verkoopt de sloper aan de koperkoper geen koper
Voor nog geen kruiwagen vol met zilver of blinkend goud.
GeBelgd
Een gebelgde Belg met Vlaamse rood doorlopen ogen
Stond aan de Schelde kade kwaad in het water te spogen
De Schelde stroomde hierdoor vervuild naar Nederland
Dit stond de volgende dag in de Antwerpse Ochtendkrant
Dus laat een Vlaaming niet kwaad belgen aan de Scheldekant
Dan stroomt de Schelde schoon en helder naar het Neverland.
Wednesday, October 24, 2007
6weeën
Weer even gewoon Kleuter zijn
Weer op houten klompen lopen
Weer in het bos aan takken touwtjes knopen
Weer terug te vinden het vergeten spoor
Weer te ontdekken het verborgen plekje
Waar ik mijn jeugd herinneringen verloor.
Hondekop
In de maneschijn, in de maneschijn
Klom ik op een ladder in het raamkozijn
Maar van schrik viel haast naar bené
Achter het raam zat niet mijn lieve jij
Maar een grote hard blaffende bouvier.
Slaaptrein
Ik lig in het schemerdonker op mijn bed
Zie de schaduwlichten van de maan op’t plafon
Nu kan ik gaan reizen naar alle verre sterren
Zelfs naar de bleke koude maan of super warme zon
Maar ook de grote diepten van de enorme oceanen
lijkt mij niet oppervlakkig maar juist een goede keus
Of lopen als Kleinduimpje in de zevenmijlslaarzen
Van o ja, die boze vraatzuchtige grote reuze reus
Dus ga niet zo maar liggen voor je slapen gaat
Maar kies je kaartje nu maar eens heel bewust
En zeker na een goed plan en bedacht beraad
Want reizen door het land van je mooie dromen
Is dat niet het fijnste wat je iedere keer weer
Met je ogen dicht kunt overkomen.
Tuesday, October 23, 2007
Ergfenis
Als je oren tijdens het tegen de wind in fietsen
Flapperen en doorlopend voor je ogen slaan
Misschien is er tijdens je geboorte iets mis gegaan
Maar is een ander ding is waarschijnlijk vrijwel zeker
betreffende de oorzaak van dit ogend flapperfeest
Dat je voorouders echte zeilende zee piraten
Mammoeten of olifanten zijn geweest.
Kindloos geweld
Als de kanonnen zwijgen
Ik je lieve stem weer hoor
Wat ben ik dan dankbaar
Dat ik je niet voorgoed verloor
Als de kanonnen zwijgen
Met hun dreunend geweld
Dan zie ik dat vele andere
Wel door hen zijn geveld
Als de kanonnen zwijgen
De rook nog uit hun open mond
Maak ik je los mijn vredesduifje
Vlieg maar, vlieg maar weg
Maar kijk niet naar de grond.
Nalief
Op het kille graf van alsmaar wantrouwen
Leg ik deze steelse vergeetmijnietjes neer
Door mijn ongeloof in je echte vertrouwen
besta ik voor jou misschien allang niet meer.
Cupfinale
Hij geeft de vermoeide en zwakken steun
Maakt zichtbaar groter het te kleine
Richt op het door ouderdom verslapte
Maar beschermd zeker ook het prille
Ondersteunt stevig tijdens sport en spel
Maar laat een ander ook soms raden naar
Tot slot wordt hij ook dikwijls als lastig ervaren
Juist daarom niet altijd gedragen
Wat dan wel? De BH!
Monday, October 22, 2007
Weggeschaar
Een kip zonder veren heeft het koud, is tot zijn kippenvel kaal
Een leeuw zonder vacht is gewoon belachelijk, zeer zeker banaal
Ik ga niet naar die kaal knippende verknipte kapper, rot toch op
Ik heb liever heelveel haren aan mijn kin en boven op mijn kop.
Davidie
De panter, tijger en twee bere,sterke leeuwen
Lagen de ganse dag verschrikkelijk te geeuwen
In de schaduw van een hoge boom met luizen en mieren
Maakte ze heel veel kabaal, hadden zeker geen manieren
Het muisje in zijn holletje tussen het hoge pampusgras
Was met al die herrie en gegrom lang niet in zijn muizensas
Hij beet de roofdieren in hun staarten met een venijnige knauw
Die sprongen in de lucht en vluchten weg met veel gesnauw.
Stoom afblazen
De stoomlocomotief
Met zijn ondoorgrondelijke olielampenogen keek hij mij vlammend aan
Op het immens grote treinstation van haastig vertrek en komen
Ja, ik zag hem met zijn zwartstalen lijf hijgend en stoompuffend staan
Uit een lang verleden had ook hij zeker wel nog zijn toekomstdromen
Eens te mogen rusten na veel zwaar gesleur en lang stomend gezwoeg
Maar voor de wissel naar het eindspoor van het spoorwegmuseum
Is het niet voor hem maar voor de jonge machinist nog veel te vroeg.
Sunday, October 21, 2007
Optimum
Onderweg naar morgen kwam ik, zo tegen de avond, gisteren tegen.
Hij mopperde dat vandaag alles meewerkte om tegen te werken.
Hij hoopte echter vervolgens, dat het misschien in de loop van volgende week wel eens mee zou kunnen zitten. Zeker bij het begin van het einde van de volgende maand en als dat niet lukte, zei hij er op hopen dat het wel in orde zou komen tegen het einde van het jaar. Als dat dan ook misschien niet het geval was, verwachte hij de oplossing tegen het einde van de volgende eeuwwisseling. Ja, hij bleef tegen al deze nogal somber lijkende verwachtingen in, zeer optimistisch en altijd hopen op een goede afloop.
Dórémie
Een schone mooie juffrouw uit Lemmer
Had een gat zo groot als een zinken emmer
Daar op groeide slechts ene flinke blonde haar
Die zo strak stond als een gespannen snaar
Want haar man was haar pianostemmer.
Saturday, October 20, 2007
9simpels
Een kleine tweestrijd wordt een grote ruzie als er een derde bij komt.
Moet je het eens proberen om te draaien, snap je?
Als je de kans voor dat loze helemaal wegneemt.
Voor vele niets ontzienenden vergeldende wraakoorlogen.
Als je het geduld eindeloos veel op kunt brengen
Anders stik je ongeduld.
Geen idee
Vullen maakt iets vol en legen wat leeg
De bakker bakt het brood van gerezen deeg
Terwijl de melkboer misschien weet wat melken is
Zwemt er in mijn zinkenbad een zilverkleurige goudvis
Alles wat ik schrijf heeft heel veel zijden en ook nog kanten
Dus werk ik niet voor één maar wel twintig klanten kranten.
8ideeën
Net als je denkt niet alles te weten
Kom je iemand tegen die nog dommer is dan jij.
Het potlood steeds korter na het stompje is hij(niet)op.
Dat hij honderd centimeter moet meten, niet meer en minder.
Of op hete kolen zitten, wie heeft daar nou zin in.
Dan komen ze wellicht niet zo hard aan.
Maar het is niet beter dan het slechtste van het slechtste.
Friday, October 19, 2007
The Ego
Het beste van je zelf
kom je niet tegen op de weg naar macht en roem
Het beste van je zelf
kom je niet tegen op de weg naar bezitten en hebben
Het beste van je zelf
kom je tegen op de weg waar jij wel of geen voorrang hebt
Deze weg laat je kiezen
Of je het neemt van of geeft aan een medereiziger.
N'viande pas
Zie mij lachen als een klein ondeugend ventje
Hoor mij praten als een mooie grote sprookjes prins
Proef en ruik mijn pas klaar gemaakte gerechten
En blijf nog wat langer, want zij zijn hier al heel lang
Het zijn de drie vaste gasten in deze gastvrije herberg zonder vlees.
Met God
De hemelfoon willen pakken
Na jouw plotseling verdwijnen
Zomaar in het onzichtbare niets
Het huilen en bange schreeuwen
Worden vertwijfelend snikkend fluisteren
Was het alleen maar heel even mogelijk
Even voor een echt gewenst moment
We zijn toch in het maken van verbindingen
Zo alles makend zo ontzettend intelligent.
Thursday, October 18, 2007
Daar bij de waterkant
De krokodil met een dikke krokodillenlerenhuid
Speelde een prachtig mooi liedje op een fluite fluit
Die het enge gemeen happend roofdier had gevonden
Nadat hij een fluitist met huid en haar had verslonden.
Volt
Massa= -min en spanning= +plus
Voor de elektricien een zeer serieuze klus
Want gaat hij hiermee klooien of in de fout
Dan gaat hij als een bokser tegen de vloer
En oeps uitgeteld 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10,Nok out!
Kapelleke
Soms ga ik even naar een stil plekje
Daar waar ik met een klein flakkerend kaarsje
Mijn gebeden en vragen in verlangen zie weerspiegeld
In het laten genezen en beschermen van al wat mij lief is.
Verblind
Ik ben voor jou gevallen
Gevallen voor jou op straat
Ik zag wel je mooie blauwe ogen
Maar niet de rand van de stoep
Of zeker veel te laat.
Wednesday, October 17, 2007
Plantmensig
Een neus als een banaan
De over bekende suikerbieten kop
Het appelkoontje en de uienluchtreet
Een aardappel kin en de sinaasappelhuid
boerekool oren en het krentebaardje
De aardbeienneus met een grote slabek
Een citroen hoofd met vlas of peenhaar
Een vuile nek om spinazie in te zaaien
Het rode kersenmondje en prei dijen
Tieten als meloenen, rode pepertong om te zoenen
Je ziet een mens heeft zeker ergens iets plantaardigs.
Bureaucratie
Een bureautje dat in een heel deftig oud herenhuis stond
Verveelde zich dood, nooit kwam er iemand alleen de hond
Het zou zo heel graag willen dat een directeur of president
Aan haar ging zitten om te schrijven op papier of perkament
Op een zekere dag werd haar zo vurig gewenste wens verhoord
Zij werd zomaar verkocht aan een deftige hooggeleerde Lord
Nu staat zij in een prachtige luxe kamer met mooie hoge ramen
En voor haar kleine omvang hoeft zij zich zeker niet te schamen
Want een deftig bureautje heeft allures met soms een groot gevoel
Daarom is haar nieuwe vriend een met rode pluche beklede stoel.
Kipvrij
Het kippenei is er om beginnend leven te laten leven
Zeker als de haan zijn kippenliefde heeft bedreven
Geen broedmachine of ander technisch modern geklooi
Een en twintig dagen en nachten onder het warme kipmoederlijf
Gewoon in een rustig donker hok met een nest van stro en hooi
Eindelijk na moeizaam met kuikensnaveltje zelf gebroken eierschil
Scharrelend pikkend zoeken naar zaadjes insectjes en wormen
Alle kippen concentratiekampen moeten weg, dat is wat ik wil
Of laten allemaal veranderen in kipvrije natuurlijke vormen.
Tuesday, October 16, 2007
+Jaloers
Zeg man, waar is je vrouw?
De vrouw waar ik van vind dat zij niet de vrouw voor jou is.
Vertel mij in welke geheime kamer zij is gaan slapen,
met veel verenkussens onder haar mooie hoofd.
Speels vlassig haar verbergt haar mooie gezicht,
dat vol zit met guitige zomersproeten.
Nee, ik ga niet op zoek naar haar tederheid,
die zij verbergt achter haar nog jong verleden.
Veel te veel is dan, het, naar haar te verlangen.
Weet je man, je moet er nu echt wat aan doen.
Anders loopt dit verlangen zeker tegen een verborgen lamp,
een met een zeer heftig brandende kaars.
+Oor
Is’t blauw? nee, is’t groen? nee, is't rood dan?
Nee, hou gewoon op met vragen naar de kleur.
Want sinds ik blind ben moet je ander dingen vragen.
Heet warm of koud, hard of zacht, nat of droog,
zoet of zuur, flauw of zout, sterkspul of slappehap,
wel en geen wind of misschien wel een storm.
Maar luister, schreeuw niet zo verschrikkelijk hard,
want ik hoor beter dan de gespitste oren van een prairiehond!
+Kilo
Ik betrap me zelf op een vreterdaad
Als de deur van de keuken koelkast
Met een knarsje piepend opengaat
Snel grijpend naar dat laaste stukje taart
Heel stiekem in die late koude nacht
Maar de weegschaal, die luistert niet
Naar de zoete smoezen die ik heb bedacht.
Monday, October 15, 2007
Daarom
Heeft het zin
Te roeien tegen de stroom in
terwijl vooruitgang niet te zien is
Heeft het zin
Met de stroom mee te drijven
Gemak het gevaar dan niet ziet
Het heeft zeker zin
Te roeien tegen de stroom in
Meedrijven laat nooit de bron ontdekken.
Maken
Vijlschaafbijtelgutsboorzaagklauwhamerduimstok
schrijfhaakpotloodwaterpasschuurpapierpriem
passerschietloodverstekbakdrevelschroevendraaier
werkbankklemmenspijkersschroevenlijmnijptangverbandtrommel
en ontzettend veel geduld is nodig om iet moois te timmeren.
Flits
Ik weet niet meer waar het is
Als u het soms ergens vindt
wilt u het dan naar mij opsturen
Verdorie wat was mijn adres
Ja, ik zie je denken Alzheimer
Maar dat is het niet zo ver ik weet
Wat doe ik nu zonder verstand
Bingo!Ik word wapenfabrikant.
Saturday, October 13, 2007
?
De man die geen een cent meer bezat
Kocht toch voor vijftig cent een zak patat
En van het kwartje wat hij daar van overhield
Kocht hij een boek met spannende avonturen
Van David Copperfield.
Koekeroe
Toen op de zwarte loop van het koude kanon
Een wit geveerd vredesduifje ging zitten
Koerde zij naar de gehelmde kanonnier
Ga jij maar even lekker liggen pitten
Op de op jouw gerichte kanonloop
Zit mijn lieve zusje aan de overkant
Als dat niet even maar zo eeuwig zo blijft
Komt er voor altijd vrede in het hele land.
Friday, October 12, 2007
Sterkoffie
Heb je dat soms ook?
Dat je wilt denken zonder de grenzen
Niet die van de aarde maar van’t heelal
Kijkend naar vooral die ene die rode
Haast onzichtbare flonkerende Vénus bal
Door zijn mooie zwakke schitterlicht
Lijkt de ruimte almaar onmetelijk ver
Dan denk ik
Op die verleidelijke schitterende ster?
Drinken ze daar ook allemaal koffie
Gewoon met melk en suiker of gebak?
Of houden ze juist van warme soep
In een stenen kom of uit een pak
Ik denk dan misschien wel te simpel
Al is het nog zo veel lichtjaren hier vandaan
Dat ze overal een bakkie koffie drinken
Dus ook op iedere ster en hemellichaam.
Moedmoet
Een eerste stapje, de eerste stap
Roodstaan
Er was eens een lege kruiwagen
Hij zat zonder werk en geld
Zijn band was lek gepind
Leeg en helemaal uitgeteld
Het laten plakken van de band
Dat kon hij ook door te pinnen niet betalen
Nu ligt hij werkeloos op zijn kop
Met nog steeds een lekke lege band
Doorgepind te balen.
Vuurtoren
Buiten adem hijgend moeizaam
Beklommen tree voor stalen tree
Bijna dood bij stralend licht gekomen
kijken over het gele groene land
Grijs wit is schuimend de woeste zee
Meeuwen krijsen om me'n hoofd
Zout prikkeld onzedig in mond en oog
Wapperende stugge baard en haar
Ja, ik voel mij even helemaal vrij
Als ik in die verre verte staar.
Wednesday, October 10, 2007
Vaaggevraag
Dokter, als ik ben die ik niet wil zijn, ben ik niet die ik wel wil zijn, is dat een zijns probleem?
Dokter, ik weet van een kubus die al snel een bol was toen zijn scherpe kantjes er afvielen, begrijpt u dat?
Dokter, als ik alles horen wil, ook wat mijn oren voorbij gaat, word ik dan ook stokoud doof?
Dokter, als ik omhoog en dan omlaag kijk besef ik pas dat niemand anders dan ik daar tussenin zit
Dokter, kijkend naar links sta ik rechts zonder dat ik het eigenlijk wel door heb, kan dat kwaad?
Dokter, ik wil ogen in mijn rug, dan zie ik de dingen die achter mijn rug gebeuren, kan dat?
Dokter, als ik op mijn hoofd sta, is boven onder en onder boven en lijkt alles normaal, ja toch?
Tuesday, October 9, 2007
Loofhutje
"Klim eens boven in mijn kruin," zei de boom tegen het lieveheersbeestje, "dan pas kun je zien hoe groot ik wel ben." Na veel geklim en geklauter was het kevertje eindelijk helemaal boven. "ik ben dood op, maar het uitzicht is prachtig,"riep hij naar beneden. De boom moest schudden van de lach,"ik heb overal oren, je hoeft dus niet zo naar beneden te schreeuwen, anders komt er nog een vogel je op eten," ritselde hij zacht met zijn bladeren. "Ik heb honger," zeurde het kevertje tegen de boom.”Er zitten vast wel wat bladluizen ergens op een blaadje, eet ze maar op,” riep de boom. Hij vond het goed dat het kevertje die lastige kriebelend luizen van zijn blaadjes knabbelde. Lieveheersbeestjes kunnen lopen, daarom heten ze ook soms wel eens loopkevertjes. Bomen kunnen nooit een stap verzetten, maar ze hebben ook wel eens behoefte aan wat gezelschap. "Als jij nou eens met de andere dieren ga praten, over hoe fijn het is in mijn bomenhuis,"zei de boom tegen het rood met zwarte stippeltjes kevertje. Want hij wist eigelijk weinig of niets van de andere, de lopende en bewegend, wereld."Ik heb een heel leuk plannetje voor je bedacht, heus je zult er echt van opkijken, zo leuk is het,"riep het kevertje sjirpend. "Vertel, vertel toe schiet op, ik ben vreselijk nieuwsgierig!"riep de boom krakend in al zijn takken. Het kevertje vertelde, dat een stukje verderop, net over de heuvel, een huisje stond. In dat huisje wonen ook kinderen, dat had hij pas geleden zelf gezien. "Ik ga aan die kinderen vragen of ze in jou willen komen spelen”, zei het kevertje tegen de boom, en knabbelde nog wat luizen van een blaadje. Zoals was afgesproken, zo gebeurde het ook. Het kevertje nam een sprong van een tak af naar beneden en zweefde over de heuvel, hup in de struiken naast het huisje. Het was een hele duikvlucht, maar gelukkig zonder brokken. Toen een van de kinderen buiten langs de struik liep, liet hij zich boven op het hoofd van het kind vallen. Vlak bij zijn oortje fluisterde het lieveheersbeestje zijn verhaaltje over het in de boom spelen. Zo is het gebeurd, dat die middag na schooltijd, door wel vier kinderen er een prachtige boomhut in de eenzame boom werd gemaakt. Natuurlijk zonder spijkers, gewoon van planken en touw bouwde zij een hele mooie. En de boom, hij genoot van al die drukte met plezier. Hij riep bladvol,”ik zie geen verschil tussen die spelende mensjes of een rood zwart gestippeld kever dier!"
Puur
Boert trots een ecologisch boertje van dertig jaar zo te zien
Hij kweekt bloemkolen graan knoflook en bergen rooie uien
Alles in samenhang met de cosmos zon wind en regenbuien
Op de boerenmarkt prijst hij zijn waren als kinderen van de natuur
"Ik ben hun biologische dynamische vader zonder gevrij in de schuur!"
Monday, October 8, 2007
Delen
Wat niet te zeggen op zo'n moment
Klamme handen zoeken wamte begrip
Mijn schouder is breed genoeg voor rust
Zonder woorden voelen jouw gevoel
Sunday, October 7, 2007
Gemakbak
Koekjes bakken op de zon
Stel dat, dat nou eens kon
Geen moeilijk gedoe en geklooi met een oven
Het deeg gooi je gewoon met een vaart naar boven
En als koekjes lekker krokant bruin zijn gebakken
Komen ze vanzelf naar beneden vallen in papieren zakken.
Waar
Daar was laats een heel klein meisje loos
Ik zag haar met een piep klein vriendje vrijen
Waar dan wel?
Op de grote rommelzolder
In een mooie poppendoos!
Kachelen
Je warme binnenstebuiten gekeerde ijzerlijf
Intens bestraald door boom vergaarde energie
De late herfst hartje winter en vroege voorjaar
Ik overleef de kouwe vlaag door de rouwe vuurgeest
Die jij opjaagt en beheerst als een getemd beest
Friday, October 5, 2007
Black Jack
Ik lette even niet op, even een moment gedachteloos denken
Nu zegt iedereen over mij dat ik gek en niet normaal meer ben
Maar jij, mijn eigen zelf, jij weet toch wel beter dan iedereen
Laat me niet alleen, dat lege gevoel wil ik niet van je krijgen
De warme zon komt op, de koude maan verkwijnt in zijn licht
De droom is verdwenen, de valse droom van m'n veloren gezicht.
Thursday, October 4, 2007
Zwijglicht
In de stationshal was het behoorlijk druk, tussen de haastige reizigers liep rustig een wat oudere man in een opvallende rode overal, met op zijn schouder een aluminium laddertje. Ik had geen haast, want de trein waar ik op rekende, rekende niet op mij, hij was wegens een overwegstoring uitgevallen."Er worden zo spoedig mogelijk bussen in gezet,"schalde de stationluidspreker. Nou dat spoedig betekende over het algemeen op z’n minst een dik uur vertraging. Terwijl ik een bekertje koffie uit de automaat haalde, zag ik dat de man in de rode overal zijn ladderachtige trapje uitzette bij het lage plafongedeelte van de hal. Hij klom naar boven en draaide met een gehandschoende hand een brandende lamp uit de fitting, om hem vervolgens te vervangen door een niet brandend exemplaar. Om de paar lampen verving hij zo overal in het plafon brandende lampen door niet brandende. In een doos van Philips gloeilampen, werd de wisseltruc afgerond. Op een gegeven moment kwam de lampen verwisselende man met zijn laddertje naast mijn zitplaats staan. Ik keek hem met een verbaasde blik aan en vroeg waarom hij deze lampen wissels toe paste. " Wist u dat u de eerste bent die dat aan mij vraagt,"zei hij vriendelijk. "Niemand heeft tegenwoordig nog tijd voor een ander,"vervolgde hij. "Ga eens even rustig zitten dan haal ik snel even een lekker bekertje koffie voor u,"zei ik een beetje overdreven kameraadschappelijk. Want, het altijd alles willen weten gevoel, speelde mij weer danig parten. Terwijl hij zijn koffie slurpend op dronk, vertelde hij tussen het slurpen door, dat, ondanks de grote verhalen, niemand echt zuinig met energie omging, vooral de grote bedrijven doen dat niet. "Ik ben een eenmansbedrijfje begonnen in
'Het zelfde zicht met minder licht',"zei hij triomfantelijk. "Ik leen lampbranduren zonder dat iemand het opmerk, wat ze wel op den duur zullen merken is dat hun energie verbruik is afgenomen." De goede lampen die hij zo verzamelde verwisselde hij tegen betaling weer bij andere bedrijven die met kapotte lampen zaten. "Vindt de stationbeheerder het goed dat je deze lampen tijdelijk leent?' vroeg ik hem nieuwsgierig. " Nog nooit heeft iemand gevraagd wat ik aan het doen ben, u bent de eerste, dus gewoon mondje dicht over het licht,"fluisterde hij. "Attentie, voor de reizigers naar Eindhoven staan de bussen voor het station klaar,"schetterde de stationluidsprekers. “Ik moet helaas weer verder want ik heb een afspraak bij een gloeilampenfabriek in Eindhoven,” verontschuldigde ik mij.Ik gaf hem een schouderklopje, hij mij een vette knipoog. Tijdens de rit in de bus voelde ik in mijn jaszak iets bollig en warm zitten, een lampje misschien?
Wednesday, October 3, 2007
Gekniptnapt
Tuesday, October 2, 2007
Tokkeltje
Dat je van mij een gevoel voelt
Anders dan gewoon het
Alledaagse gevoel van alles
Geen verwachte beweging
Een stationair simpel geluid
De stille grote trom en tuba
Trompetten liggen in het gras
Hun speelmeesters zijn vertrokken
zonder een gevoelige noot te raken
Bespelen van levend harten zielen
Gevoel is de juiste snaar aanraken
Akkefietje
Zwanger van het ijle weer
Morgen kan je vrolijk zijn
Vrolijk zijn zonder meer
Weer geeft nooit een kind
Weer is soms wel geen wind
Zon maan lichten niet het druk
Laat geen weerlief stelen je geluk.
Gistig
Een brouwer brouwt bier
Gistend gist is hun teamgenoot
Eten en drinken van de zelfde geest
Stilt honger en dorst met veel plezier.
Monday, October 1, 2007
Neakie
Ik woon in goed een huis met prima dubbele ramen
Met een open dichte deur, ook een goed waterdicht dak er op
Ik slaap met een lange pyjama aan in een heerlijk zacht bed
Met veel kussens onder lekkere warme wollen dekens
Je denkt toch zeker niet dat ik helemaal poedelnaakt
Onder de douche ga staan!
Fruitsex
Een mandarijn sappig zoet en losjes wat sexy in haar mooie oranje schil
Vroeg aan een strakke rijpe banaan, ben jij nog aan die donkerroze pil?
De banaan met een goudgele gloed over zijn licht gekromde lijf
Schrok zich bijna bruinig rot en stond toen helemaal recht en stijf.
Nasfalt
Wegen de wegen zwaarder dan de niet gewogen natuur
Asfalt en stenen maken hem dan op het sterven na vuil en zuur
Alles met verkeerde oorzaak heeft het verkeers beeld laten ontstaan
Door niet zuiver af te wegen is de laatste lach een met een bittere traan.