Sunday, January 31, 2010

Hummus

Een bozig kikkererwtje uit Arnemuiden
Wilde graag de grote noodklok luiden
Voor alle kikkererwtjes maakte hij veel stampij
Ze maken van ons hummus een kikkererwten pastei
Hij beet zich stevig vast aan het lange klokkentouw
Maar door een tik van de klepel viel hij bijna flauw
Wat is er van deze enge bange klepel ramp te leren
Dat je als klein kikkererwtje je beter kan laten pureren
Want hoe naar dat pasteien misschien ook is
Het is altijd beter dan de klokken te laten luiden
Op een kikkererwtjes begrafenis

Saturday, January 30, 2010

Trap Ferrari

Johannes heeft een auto een auto zonder brom geluid
Want Johannes zijn auto stoot geen vieze luchtjes uit
Rijdt hij dan elektronisch met een pilletje of zo iets
Nee Johannes rijdt op spierkracht als een gewone fiets
Dagelijks scheurt hij met zijn bolide zonder gaspedaal
In zijn mooie Ferrari trapauto helemaal CO2 neutraal

Friday, January 29, 2010

Slaap petje

Piet pet peuter m'en vriendje is een kleuter,
Een pieten kleuter met een pieten pet
Waarmee hij gaapt en pietepeuterig slaapt
In een pietepeuterig kleuterbed
Piet pet peuter krijgt geen kouwe kop
Want hij houdt tijdens zijn kleuter slaapje
Zijn pietepeuterig pieten petje op

Wednesday, January 27, 2010

Hummer praat

Een vegetariër die in een dikke SUV Hummer reed
Riep als een aardse proleet dat hij geen dieren eet
Ik vervuil de aarde slechts in zeer beperkte maten
Met mijn vierwielige dinosaurus uit de verenigde staten
Want door mijn jarenlange vleesloos eet gedrag
Heb ik co2 emissie rechten zonder ecologisch beklag
Maar als je recht praat wat al jaren vals is gekromd
Eet dan gewoon maar vlees en houd je valse mond

Tuesday, January 26, 2010

De Moereboom

Moereboom heet het terpdorpje vlak tegen de grens van Friesland aan. Een naam die zijn oorsprong vindt op de oeroude begraafplaats bij een even zo oud kerkje. Het zal zo'n twee honderd jaar geleden zijn, althans dat staat in het plaatselijk kerkregister, dat er in het najaar van 1810 een bijzondere begrafenis plaats vond. Dat bijzondere zat hem niet in de persoon die ter aarde werd besteld, maar in de toedracht er om heen en de latere gevolgen daar van. Volgens dat bewuste kerkregister werd op de eerste november in de late namiddag Catharina Elisabeth van der Boom, een schatrijke weduwe van een gewezen herenboer, ter groeve gedragen. Een lange stoet van haar talrijke nageslacht volgde de kist die op een eenvoudige boerenkar stond en die werd getrokken door slechts een boerenpaard. Toen de kist boven het gedolven graf stond en de dominee zijn, 'Stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren', had uit gesproken, gebeurde er iets heel ongewoons: iets wat zelden of nooit eerder was vertoond tijdens een begrafenis. De vier bonkige zoons van Catharina Elisabeth vroegen aan de dominee of de kist nog voor een keer geopend mocht worden. Ogenschijnlijk werd zo'n verzoek toch wel eens meer gedaan tijdens begrafenissen, want de geloofsprediker stemde, volgens de geschiedschrijver, met een simpele hoofdknik hier in toe. Nadat de kist door de vier zoons was geopend kwam de enige dochter van Catharina Elisabeth na voren, in haar hand hield ze een katoenen zakje wat ze vervolgens met eerbied en een zacht gepreveld gebed in de kist legde. Na het sluiten van de kist vertrok iedereen naar de dorpsherberg om de overledene te gedenken bij schnaps en bier. Tot zo ver is het, volgens de plaatselijke geschiedschrijving, een beetje bijzondere maar niet ongewone teraardebestelling geweest, maar daar hield dat beetje bijzondere toch wel mee op. Daags na het rouw gebeuren kwam de doodgraver met een wel heel bijzonder verhaal op de proppen. In de nacht na de begrafenis is er uit het vers gedolven graf een reusachtige boom gegroeid, een heel bijzondere boom, want welk dendrochronologisch onderzoek er ook plaats vond in de twee eeuwen die volgde, nooit heeft men de boom als een bestaand soort kunnen plaatsen. Na deze zeer ongewone gebeurtenis is de naam van het dorpje langzamerhand verandert en werd het in de volksmond, Moereboom, of te wel in goed Nederlands Moederboom genoemd. Waar of verzonnen? de boom staat nog steeds op het oude kerkhofje en ieder jaar precies op de eerste dag van november laat de boom al zijn bladeren vallen, misschien wel als een soort eerbetoon aan Catharina Elisabeth van der Boom.

Monday, January 25, 2010

Stormhoofd

Het op hol geslagen hoofd waarin de zinnen zijn verdoofd, waar de blinde woede het zicht vervaagt en zo geen tegenlicht verdraagt, is de razernij ontstaan als in een vurige vulkaan.O, wie durft hem tegen te spreken in zijn donderende talen, want weet als je hem gaat verstalen, stollen zal dan zijn kokend bloed en zo het goed niet is te winnen, wat dan te doen om je te laten minnen. Awel, de tijd te nemen als je metgezel en laat hem duren in dagen en ongetelde uren. Zolang totdat de storm zich laat betijen en de haast zich is gaan vermeien, vermeien in de klucht van een aller laatste zucht en potverdorie met een sorry! de kou is uit de lucht.

Friday, January 22, 2010

Benzotrug

Benzotrug heeft een ronde rug waar je tussenbeije zo van af kunt glije. In een snelle hellevaart scheer je langs zijn lange baard en kom je met je warme kont op de harde kouwe grond. Benzotrug heeft ook een óóó zo lange neus, die is zowat nog groter dan die van die andere goedaardige reus. Simpesampesumpen van zijn neus kun je ook heerlijk bungeejumpen, met je hoofd tot vlak bij de kouwe harde grond maar maak het niet te bont. Benzotrug is een goedaardige grote man, maar als het even kan, laat hem met rust als hij ligt te slapen want dan gaat hij óóó zo hard gapen en voor je het weet blaas hij je dan met een diepe zucht tot helemaal boven in de hemels blauwe lucht.

Thursday, January 21, 2010

Haïti

Langzaam verdwijnt de hand van de knip
Er vloeit een traan er trilt een lip
Nee, zoveel verdriet is niet weg te kopen
Maar alle beetjes bij elkaar laat slachtoffers weer hopen
Even laten heel veel mensen zien wat het hun waard is
Om de aardbeving slachtoffers te helpen in deze droefenis
De knip gaat nu open, open om te geven voor overleven

Wednesday, January 20, 2010

Ouwe Knarren

Als we allebei de honderd en één zijn gepasseerd
Als twee vergroeide bomen het leven nog passioneert
Dan geeft verplanten in nieuwe aarde geen hoop
Want dat beëindigt juist de blijvende levensloop
Laat de tijdsbijl zich maar verbotten op het harde lijf
Als het zo zou moeten en wij de honderd en één begroeten
Maakt het voor ons niet uit omdat we zeker blijven tot 105

Monday, January 18, 2010

Sterrenstof

In de overvolle bibliotheek zat elke dag een jochie van 3 turven hoog plat op z'en gat een boek te lezen. Een nogal zwaarlijvig boek lag open geslagen op zijn benen en hij was daar dan zeer aandachtig in aan het lezen. Niemand van de bibliotheek bezoekers stoorde zich aan het joch, blijkbaar werd hij gerekend tot de vaste bezetting, een soort levende en lezende sculptuur. Maar wat de bezoekers niet wisten, gebeurde na sluitingstijd van de bibliotheek. Het lezende 3 turven hoge ventje legde ineens het boek op zij, krabbelde overeind, haalde een soort hondenfluitje uit zijn broekzak en blies daar een paar keer op. De bibliothecaris die nog niet weg was en vlak bij hem stond veranderde door de schrille fluittoon plotseling in een menselijke robot: een robot uit een Star Trek film. Zijn metalen stem klonk in een monotone toonhoogte en ook zijn gezicht kende geen enkele emotie. Na nog twee keer te hebben gefloten veranderde de boekenkasten in enorme instrumentenpanelen en de ramen gaven het uitzicht op het onmetelijke heelal vol met sterren en planeten. Even later verschenen er uit de liftdeuren allerlei Star Trek achtige figuren, die vervolgens zonder een woord te zeggen achter de instrumenten en besturingsapparatuur gingen zitten. Een eenoog wezen gaf een teken en de bibliotheek begon te schudden en te brommen, aan de vensters was te zien dat de ruimtereis was begonnen. De sterren vlogen als lichtgevende vogels voorbij en uit luidsprekers klonken onverstaanbare commando's en toen: toen veranderde de sfeer in de gefixeerde ruimte die zonet nog een bibliotheek was zo of dat het een normale ruimtereis was naar een of ander ver sterrenstelsel. "Meneer, meneer, we gaan sluiten, wilt u uw boek meenemen of weer inleveren?"het was een medewerker van de bibliotheek die mij vragend aan keek. Het lezende ventje op de vloer zat er nog steeds, ik wees naar hem met een vragende blik richting de medewerker."Die is niet echt meneer, dat is een zeer realistisch kunstwerk en gelooft u mij, u bent niet de enigste die door hem in de war raakt," zij hij een beetje geheimzinnig. Toen we samen even later in de lift stonden zag ik een flikkerend stukje metaal op de liftvloer liggen, "zeker van de servicemonteur want de lift heeft nogal eens kuren de laatste tijd", veronderstelde de medewerker nogal laconiek. Buiten was het koud en de sterrenhemel met heel veel vallende sterren schitterde boven mijn hoofd.

Thursday, January 14, 2010

Koetje boe

Er was er eens een stoere boer en struise boerin
Die woonde in een boerenstiel met hun kinderrijk gezin
Dat stiel was diep verborgen tussen het groen struweel
Daar leefde zij gelukkig samen op hun eenvoudig landjuweel
Toen kwam er plotseling in het stille kleine boerengat
Een excentrieke stilte zoeker wonen, uit de verre grote stad
Die klaagde dagelijks bij de stoere boer en zijn struise boerin
Over hun koeien die loeien met gekrakeel van het kinderrijk gezin
De stoere boer zette de klagende excentriekeling op een bietenkar
En reed hem naar de grote stad naar een hels drukke karaoke bar
Daarna schreeuwde de stoere boer met de handen aan zijn mond
Blijf jij maar lekker in die schone stad en niet bij ons in de koeienstront

Tuesday, January 12, 2010

Spooksels

Ergens op een autosloperij aan de rand van een industriestad, wonen in een heel oud autowrak, hele bijzondere diertjes. Ik moet eigenlijk zeggen raderdiertjes. Het is namelijk een soort clan de clan van de Mormels en Wormers. De baas van de autosloperij weet van het bestaan van de raderdiertjes, maar houdt het wijselijk geheim voor de klanten van zijn zaak. De Mormels en Wormers doen heel veel goed werk voor hem, het zijn echte meesters in het slopen en uit elkaar halen van afgedankte auto's. Dat sloopwerk doen ze alleen in de nacht want het zijn heel erg lichtschuwe wezentjes. Iedere ochtend vlak voor dat de zon op komt, rijdt de autosloper met zijn vrachtwagentje naar de achterkant van het terrein daar waar de Mormels en Wormers wonen. Daar zet hij een bak met oude afgedankte motorolie neer en een grote pan met hardgekookte schroeven en moeren. Ja dat is heerlijk smullen voor de clan en als speciaal toetje is er pudding van gemalen autobanden. Dit doet de autosloper iedere ochtend, allemaal als dank voor het sloopwerk wat die nacht weer is geklaard. Uit elkaar gehaald tot in de kleinste onderdeeltjes hebben ze weer 6 auto's in kratten en dozen verpakt, die belanden allemaal in het magazijn om weer verkocht te worden. Een raar verhaal hoor ik iemand denken, oké dat is gewoon ook zo, en of ik ze ooit in het echt heb gezien? jawel, zeker te weten, maar mondje dicht anders krijg ik geouwehoer met de autosloper. Er lag er een te slapen in een doosje met een tweedehands koplamp die ik had gekocht omdat ik met mijn auto tegen een paaltje was gereden. Ik heb hem zonder wakker te maken te heel voorzichtig in een stuk poetslap gewikkeld en hem daarna als de wiedeweerga naar de sloperij terug gebracht. Sindsdien geloof ik niet meer in sprookjes maar wel in spooksels.

Monday, January 11, 2010

Het Wolkenvolk

In een land hier ver vandaan, nog verder dan de verste horizon laat zien, leefde eens een heel bijzonder volk, een volk dat altijd in de wolken was. De mensen die aan de andere kant van de verre horizon woonde noemde deze vreemde praktisch onzichtbare wezens het 'Wolkenvolk'. Dit volk was zo gewend aan de altijd bewolkte luchten, dat, als ze de zon een keer zagen zich snel achter een dikke wolkenbank verstopte. Omdat de weergoden dit volk wel leuk en apart vonden, zorgden die goden dat het haast altijd bewolkt was. Nee, niet altijd de zelfde wolken, want dat is ook erg saai op den duur. De ene dag waren er mooie stapelwolken waar soms een druppel regen of een hagelsteen uit viel, maar waar ook een ietsiepietsie zon langs heen scheen. En de andere dag waren het dikke onweerswolken waar het wolkenvolk zo mee aan het stoeien was dat het donderde en bliksemde van het natuur geweld. Maar het meest genoot het wolkenvolk van de mistige dagen, dan kwamen ze naar de grond gedaald. Ze konden dan heerlijk ongezien wandelen en zelfs helemaal naakt zwemmen, want boven het water was de mist altijd zo grijs en dik, dat niemand niets van ook maar iets kon zien. Maar op een zekere dag, het is zowat honderd jaar geleden, begonnen de weergoden wat geïrriteerd te raken, ze hadden zogezegd eigenlijk niet zo veel zin meer om altijd maar voor wolken te zorgen. Hoe dat kwam? dat kwam door het volk van de 'Zonaanbidders'. Die hadden keer op keer bij de oppergod van het weer geklaagd dat zij nooit de kans kregen om de zon te aanbidden. Altijd als ze met hun rituelen waren begonnen schoof er een wolk, nee, soms een heel wolkenveld voor de zon. Als een opper weergod ergens een hekel aan heeft is het wel onderling gedonder aan het firmament,.Hij riep met een hemeltergende alles overstemde stem,"ik wil geen oorlog in mijn hemeltent". Van af die dag is het wolkenvolk langzaam verdreven naar het Himalaya gebergte, daar waar de wolken nog tot in de hemel mogen komen. Als je daar heel stil op een late avond op je veldbed gaat liggen, in een slaapzak natuurlijk, en je naar de hemelrijkende bergtoppen kijkt: nee het is echt geen fantasie, dan hoor en zie je het wolkenvolk een beetje klagen, over hun lang vervlogen zwaar bewolkte hemelse dagen.

Sunday, January 10, 2010

Foneticus

Fonetisch schrift is wellicht geen nieuwe taal, maar waar ik het meest van baal is het onleesbare niet te begrijpen verhaal. Het is nog alleen te lezen en verstaan door de oude dominee of grijze kapelaan de geflipte ingenieur of een valse grimeur de wieberde computerfreak of de dove componist van digitale muziek de bezopen sleepboot kapitein en de moderne middeleeuwse chirurgijn de vegetarische supermarktslager en de werkelijk alles in alles zager. Wellicht zijn er nog meer met zo'n eigen geluid maar niemand weet wat het beduidt. Fonetisch schrift is schrijven zoals het wordt gezegd dit is een gewoon een te eisen recht, want luister, iedere vogel zingt zoals hij is gebekt maar dat heeft zijn liedje nooit uitgerekt in onverstaanbare klonen van niet te begrijpen tonen, de tonen voor zijn eigen soort, want hij weet dat hij dan anders nooit een verstaanbare partner scoort.

Saturday, January 9, 2010

Valsheid in nichten

Een warme bakker uit Maastricht
Woonde jaren samen met zijn mooie nicht
Tijdens het bakken kreeg hij het verschrikkelijk heet
En pakte hij zijn te coole nicht nogal stevig en pittig beet
Verschikt riep zij, weet jij het nou nog niet na al die jaren
Dat ik niet je nicht ben met mijn mooie blonde haren
Maar als Assepoester heb ik met mijn sprookjes gezicht
Al die jaren jou belazert als een mooie vervalste echte nicht

Friday, January 8, 2010

Bere goed

Op de verre noordpool op het ijs van bevroren meren
Leefde eens twee koele en super gekke witte beren
Om zich snel en zeker te kunnen verplaatsen
Hadden zij van de poolvos leren skiën en schaatsen
En 's avonds vierden zij met de andere beren als evenknie
In de wildebeesten skihut een super dolle après-ski

Thursday, January 7, 2010

Harleliedie

Een winterkoning zonder eigen nest als vaste woning
Huisde in een stokoude uitgeholde vermolmde reuzeneik
Ook woonde daar Jan de flierefluiter uit het verre hemelrijk
Maar iedereen deelde dit vermolmde bomenhuis
Met Pieter Peter Willem de bont geveerde vledermuis
Op koude winteravonden hadden zij schik en veel plezier
En dronken zij zich lekker warm met het koele holle bomen bier
Er klonk dan klonk heel vrolijk uit de holle vermolmde boom
Het scheutig leutig deuntje, van harleliedie van harleliedoom

Wednesday, January 6, 2010

Riool genot

Ik ga niet vertellen waar en wanneer het was, en of het ook werkelijk precies zo is gegaan zoals het is gegaan, dat is een kwestie van fantasie en werkelijkheid. Maar oké, dat maakt ook niet zoveel uit het gaat meer om het idee, het principe. In een willekeurige keurige straat in een willekeurige keurige plattelandsgemeente, zag ik een bejaard echtpaar, geschat door mij zo rond de 70, driftig een sleuf aan het graven in het trottoir voor, wat later hand bleek, hun woning. Ze hadden een strook van precies een tegelbreed netjes weggehaald en de sleuf die ongeveer een halve meter diep was eindigde bij een deksel van een rioolput. Een kabelhaspel was reeds uitgerold en even later stond de manlijke helft van stel met een boorhamer in zijn hand een steenboor te installeren. Hij voelde waarschijnlijk dat ik geïnteresseerd naar hun activiteiten stond te kijken en wenkte mij dichterbij te komen. "Ik hoop dat u niet iemand van de gemeente bent?" vroeg hij mij onderzoekend aankijkend. Ik schudde van nee en stelde hem gerust door te zeggen dat ik alleen maar nieuwsgierig was. Om een kort verhaal niet te kort te maken, vertelde zijn, zeer van de tongriem gesneden, vrouw dat ze een super uitvinding hadden uitgevonden,"maar mondje dicht, eerst moet bewezen worden of het ook werkt", zei ze met haar wijsvinger op haar lippen tikkend. Het teken van 'safe my lips' door mij gemaakt stelde hun gerust. Onderwijl was de man druk in de weer om met de boorhamer twee gaten boren in de vrijgegraven betonnen rioolbuis, ook hier was de spreuk van toepassing, dat goed gereedschap het halve werk doet en door de andere helft kwam hij rood puffend omhoog, "zo die zitten er in", gromde hij als een schorre hond. Zijn vrouw had ondertussen twee zwarte slangen, die je ook wel eens ziet voor vloerverwarming, uitgerold. Als volleerde installateurs werden de slangen geïsoleerd en een paar minuten later was de sleuf weer dichtgegooid, "zo, nog even snel de tegels er op en niemand weet er van, behalve u", lachten zij opgelucht. Het voorstel van het ouwe stel, omdat nu toch alles onzichtbaar was afgewerkt, binnen een bak koffie te drinken, kon ik niet weigeren. Onder het genot van koffie met zelf gebakken koek, werd mij alles over hun uitvinding in geuren en kleuren verteld. De wetenschap dat het in een riool altijd behoorlijk warm is, dus ook in de winter, is door hun gebruikt om een plan te bedenken om daar, zonder medeweten van anderen lastige instanties, die ongebruikte warmte te gebruiken. Na de koffie vroeg de man of ik hem kon assisteren met het verwijderen van het zware gietijzeren putdeksel. Zo beloofd zo gedaan, met vereende krachten en wat intelligentie was de openingsklus snel geklaard. In het riool zag ik de twee zojuist aangebrachte slangen hangen, de man trok ze omhoog om er vervolgens een soort grote radiateur aan vast te koppelen."Gesloopt uit een oude vrachtauto,"zei hij en vervolgde," In plaats van koelen gaat dat ding nu andersom werken, begrijpt u?" Ik knikte naar hen als een soort vakbroeder die maar een half woord nodig heeft om de materie te kunnen snappen. Na nog wat moeizaam gepruts en soms wat geluid dat op een vloek leek, was het tijd om de put weer af te sluiten. "En nu gaan we eerst een borrel nemen om mijn vinding in te zegenen", riep hij triomfantelijk! In zijn schuurtje leek het wel een machinekamer, er werden een paar knoppen om gezet, hier daar flikkerde een display met wat gegevens en een zacht gebrom gaf aan dat de rioolwarmtewisselaar was gestart en zo het liet aanvoelen perfect werkte. In de kortste tijd was het namelijk behaaglijk warm in zijn werkplaats zonder dat er een luchtje aan zat. "Proost maar mondje dicht he", riep hij met een voldaan gezicht. Dus geen stank als dank maar warmte.

Monday, January 4, 2010

Antievries

In een iglo op het dikke ijs van het hoge noorden, vlak tegen die kouwe poolgrens aan, wonen koele sneeuwpoppen die sjezen op hun super snelle snowboarden zonder dikke wanten aan. IJskoud vrijt daar het sneeuwpoppen paar, liggend in een sneeuwwit bed heeft zij grote pret met haar lieve Gijs breekt zij snel het koude ijs . Vrijen doen ze in het hoge noorden maar met zeer weinig woorden, de sneeuwneuzenzoen is waar zij ijskoud voor kiezen omdat hun lippen dan niet aan elkaar blijven vriezen.

Sunday, January 3, 2010

Gewoon

Doe eens even gewoon en trek gewoon een lieve smoel
Doe even gewoon, zonder dat buitengewone desperate gevoel
Gewoon vertrouwen doe je niet altijd met een blindelings gezicht
Maar, doe maar gewoon, gewoon zonder verlies van je evenwicht
Ik zal je leren, gewoon zonder de lastige vragen van die hoge kragen
Want zij zijn alleen verkleed als narren om je gewoon te kunnen sarren
Ik geef jouw mijn hand als gewone weg in het verdwaalde eigenbelang
Doe maar ongewoon gewoon, wees gewoon voor dat gewone...niet bang

Friday, January 1, 2010

2010

Als pas ontstane mogelijkheid heeft de eeuwigheid even zijn gelaat laten zien, zijn jonge gezicht voor 2010. Hierna is de invulling bij leven aan de invullers over gegeven, om te doen maken een andere beweging in de tijd, die bij later inzien hem ver vooruit was in werkelijkheid.