Thursday, January 31, 2008

Niemandskip

De vrije kippen in ons park zijn van iedereen, dat dacht ik zomaar in eens, toen ik ze voerde met oudbrood en wat graan. Het zijn er behoorlijk veel en van zeer verschillend pluimage, van piepkleine kriellige kipjes tot stoere grote hennen en hanen met allerlei kleuren. Maar een ding is zeker, ze zijn vrij, zo vrij als de meest vrije scharrelhoenders van Nederland. Ze zijn gewoon niet van iets of iemand en zeker niet van iedereen. Ik kwam daar achter toen ik probeerde, zomaar voor de gijn, een van die argeloos pikkende scharrelaars, even op te pakken. Met een kleine snelle beweging ontweken ze iedere poging van mij tot het even hebben van een verige kip in mijn handen.
Met elkaar vormen onze parkhoenders een soort van kippen en hanen samenleving met families en vrijgezellen. De rangorde is voor mij niet altijd even duidelijk en er is veel gekraai en gekibbel zonder echte vechtpartijen. Hun territorium is een stukje van het park, meer niet, dus niet het hele land of de ganse wereld. Deze van niemandskippen zijn gewoon alleen van zich zelf als geen ander.

Wednesday, January 30, 2008

Weekie stappen

Over een week ben ik terug
Terug over zeven nachten en dagen
Waarom ik daar niet langer blijf?
Dat moet je mij nu niet vragen
Doe dat niet eerder dan over een week
Na zeven lange nachten en korte dagen
Dan ben ik zeker terug, te minste
Als jij mij dan nog kunt verdragen.

Monday, January 28, 2008

Appèltje

Het was een verassing die ik niet had verwacht
Een vriendschap zonder verborgen slimme vragen
Gewoon vertrouwen een zeldzaam haast verloren zaad
Ontkiemde in de ziel van mijn achterdochtige leven
Ongeremd was zijn groei en bloei dat zich beëindigde
In wel duizend vriendelijke sappige vredes appeltjes.

Sunday, January 27, 2008

Geduld

Als je even wacht, wacht bij de zee
Niet langer dan de branding is gegeven
Dan leef ik even snel het ongedurig leven
Misschien niet langer dan je had verwacht
Als je maar even, heel even wacht
Echt, het is niet langer dan even in beleven
Soms lijkt het veel langer dan een leven
Maar het is goed dat je even wacht
Dan reis ik met je mee, rusteloze zee.

Saturday, January 26, 2008

Stil hoofd

Nu wordt het in eens stil, stil in mijn verwarde hoofd
De stilte van een nachtlicht dat langzaam wordt gedoofd
Langzaam vertrek ik ongewild naar het gebied van het licht
Ik voel met klamme hand de tranen op je lieve gezicht
Alle herinneringen schieten als vage beelden voorbij
Ik ben niet weg als je denkt aan mij
Het is stil, mooi stil in mijn hoofd.

Friday, January 25, 2008

Knallend einde

Een gifgroen gifkikkertje op een snelle motorfiets
Werd telkens nijdig op alles en om helemaal niets
Ook de brulkikker zijn aller grootste motorvrind
Schold hij telkens uit als een stierlijk vervelend kind
Maar het kwaadst maakte hij zich meest om de rode mier
Die scheurde hem rap voorbij op zijn driewieler met veel plezier
Het giftige kikkertje ergerde zich in de slootkant groen en geel
Zelfs de kalme zilverreiger werd dat druk gekwaak nu te veel
Hij pikte de gifkikker uit de graskant met knallende uitlaat en al
Nu hoor je soms een reiger vliegen met zachte brom en harde knal

Wednesday, January 23, 2008

Luizen wens

Een bladluisje dat zich alsmaar stierlijk zat te vervelen
Had niemand om met haar luizen verstoppertje te spelen
Haar luizen vriendjes zogen liever het zoete nat uit het groene blad
Weet je, zij zat liever op de basisschool in een leuk kleuterluizen klasje
Maar zij moest ook bladzuigen zoals haar broertjes Pietje en Basje
Want haar moeder zei dat luizen nog nooit werden onderwezen
Een echte verstandige pientere luis zuigt het blad zonder te lezen.

Tuesday, January 22, 2008

Geboorte heimwee

De trein was die dag wat later, maar niet erg veel vertraagd.Omdat er een koude schrale wind over het perron woei, was ik in een van die aquariumachtige wachtruimtes gaan zitten. Vroeger kon je door de mistige rook van de flink paffende reizigers het maar nauwelijks een kwartiertje uithouden, om vervolgens als een vis op droge, snakkend naar een beetje schone lucht naar buiten te vluchten. Maar die tijd ligt dankzij het rookverbod alweer een tijdje achter ons. Tegenover mij zaten twee mannen, zo op het eerste gezicht te zien, vader en zoon.
Er hing, doordat wij met ze’n drieën en niemand anders daar zaten, een wat geladen stilte. Door te zeggen, dat het weer behoorlijk koud voor de tijd van het jaar was, probeerde ik een gesprek aan te knopen met de twee mannen. De oudste van de twee knikte bevestigend zonder overigens een woord te zeggen. Op zo’n moment brengt het lezen in de “Metro”een prima uitkomst. Na wat verlegen kuchen, vroeg de oudste man in het voor mij zo bekende Nederlands/Turks, of de trein naar Roosendaal van dit perron zou vertrekken. Ik zei tegen hem dat ik ook die richting op ging en dat ik hem wel een seintje zou geven als de trein er aan kwam. Door de stadionspeakers snerpte de mededeling:”De trein naar Dordrecht en Roosendaal heeft meer dan een kwartier vertraging”. “Dus toch weer,”mopperde ik geërgerd.De jongste man tegenover mij haalde opgelucht zijn schouders op en zei tegen mij dat hij nu nog wat langer bij zijn vader kon blijven. Ik legde het ochtendkrantje naast mij neer en begon een geanimeerd gesprek met beide mannen. De oudste van de twee was, zoals ik al vermoede, de vader van de jongste.
Hij vertelde dat hij weer terug ging naar zijn geboortedorp in Turkije en dat zijn zoon hem wegbracht naar de luchthaven Zaventem bij Brussel. Ik voelde de spanning van het afscheid tussen die twee mensen, ze hadden allebei roodbetraande ogen en zaten dicht tegen elkaar aan. Ja, na heel veel jaren gewerkt te hebben in Nederland, trok toch zijn geboortegrond het meest. Zijn vrouw was al wat maanden eerder vertrokken en was het ook voor hem nu zover, hij had besloten zijn vrouw en zijn gevoel van heimwee na te reizen.
In de verte priemde drie treinkoplampen een paar witte gaatjes in de winterse ochtendschemering.”Dit is hem”, riep ik keihard, om de knarsend tot stilstand komende trein, te overstemmen.Tot aan Roosendaal hebben we nog veel gepraat en na het uitstappen, had ik handenschuddend ook een beetje van hun rode, maar wel warme ogen gekregen. Bij de eerst volgende prullenbak die ik tegen kwam heb ik al mijn vooroordelen in de ochtendkrant gefrommeld en bij hem gedumpt.

Monday, January 21, 2008

Broodonnodig

Een tijdje geleden zat ik samen met nog wat dorpsgenoten even een pilsje te drinken in de laatste kroeg die ons dorp nog arm is. De oude naam van vroeger,”Café Kees”, is vervangen door, “Café du Village” en ook de inrichting is in de stijl van een Frans dorpscafé. Op de voormalige parkeerplaats achter het café is een heuse jeu de boules baan gemaakt. Gelukkig is het bier wel Hollands gebleven, evenals de uitbater, die zelfs geen woord Frans spreek. Dus, ‘what is in a name?’.
Mijn drinkbroers vinden al die veranderingen in ons dorp behoorlijk waardeloos en noemen heel wat winkels en zaken die laatste jaren uit ons dorp zijn weggegaan. De enige winkel, een bakkerij, die is gebleven, kan nog maar net zijn hoofd boven de toonbank houden. Hij verkoopt allerlei producten die niets meer met brood te maken hebben.’Warme Bakker’staat er met grote letters op de winkelruit, maar daar klopt helemaal niets van. De bakker bakt zijn brood allang niet meer achter in zijn bakkerij, deze ruimte is als opslagplaats in gebruik. In de winkel staan achter een glazen scherm enkele digitaal knipperende en piepende broodafbakmachines, al het voorgebakken brood wordt geleverd door een broodfabriek, het is dus een pure instant gebakken(brood)lucht.
Na nog wat genuttigd te hebben besloot ik maar weer eens huiswaarts te gaan. Het was muisstil in huis want mijn vrouw was boodschappen aan het doen bij een supergroot winkelbedrijf een paar dorpen verderop.
Met mijn sokkenvoeten op de bank besloot ik eens even diep na te denken over het gesprek in het café. Na enige tijd van krakende hersengymnastiek kwam ik tot de conclusie, dat er in de maatschappij een zelfde soort afbak ontwikkeling aan de gang is. Heel veel mensen weten nauwelijks nog wat echt eten klaarmaken is. Het even in de magnetron geloof, heeft ons vervreemd van het gewone aardappels schillen en een lapje vlees sudderen, alle mooie kookstudio’s ten spijt. Als deze ontwikkelingen zo door blijven gaan, bakken of maken we het alleen door andere geleverde nog af, terwijl we denken dat we er echt verstand van hebben. Maar misschien is dat wel erg volkoren/wit gesteld want ik weet dat het in de praktijk soms heel anders uitbakt.
Waarschijnlijk was ik toch een beetje weggedommeld, maar door de lucht van vers gebakken brood kwam ik weer langzaam bij mijn positieven. Ik liep naar de keuken en zag dat mijn vrouw de broodbakmachine in eigen beheer opdracht had gegeven om zelfstandig een echt vers brood te bakken. Zelf laten doen is toch wel leuk en ook nog eens lekkerder…

Sunday, January 20, 2008

Ik zweer

Het zweven tussen twee waarheden heeft een gevaar
Wie van de twee of wel misschien allebei is niet echt waar
Het beweren van twee leugens vraagt niet om het echt
Ze zijn natuurlijk alle twee waar en dus niet waarlijk slecht
Spreek dus één waarheid en niet meer dan die ene één
Een waarheid of leugen daar is het liegen niet van te leen.

Saturday, January 19, 2008

Bezwaar

Als ik niet zwaartillend was, tilde ik je op
Als ik niet zwaarmoedig was, gaf ik je moed
Als ik niet zwaarlijvig was, gaf ik je mijn lijf
Als ik niet zwaar gelovige was, gaf ik je geloof
Als ik niet zwaar ademend was, gaf ik je lucht
Als jij niet licht gelovig was zou je mij niet geloven
Als iets te zwaar is komt het welicht niet boven
Drijven.

Friday, January 18, 2008

Bolide schaamrood

Het was die dag drukkend warm voor de tijd van het jaar. Ik zat in mijn auto met een naar beneden gedraaid raam als airco en moest wachten voor een rood stoplicht. Terwijl ik het idee kreeg dat het stoplicht door de warmte bevangen was en het voor gezien hield, zag ik een kraai in de berm scharrelen op zoek naar iets eetbaars. Ik was zo geobsedeerd door die naar eten zoekende vogel, dat ik niet in de gaten had dat de kleur rood van het stoplicht was vervangen door groen. Een luid toeterende medeweggebruiker die zeer gestresst achter mij stond te wachten riep mij tot de werkelijkheid van het moment. Na de kruising te zijn gepasseerd haalde hij mij in, met meer dan de toegestane snelheid. Hij wees al claxonnerend met zijn wijsvinger naar zijn voorhoofd. Ik was dus kennelijk gek of gestoord volgens de bestuurder en dat moest ik weten ook.

Ik zei al, het was behoorlijk warm en ik was geheel niet van plan mij over dit piratengedrag op te winden. Ware het niet dat de auto met zijn snelle inhaal manoeuvre de zwartglimmende kraai had aangereden. Het beestje lag stuiptrekkend en fladderend met zijn vleugels in de berm. Nu was ik wel heel woedend en in een flits van een paar seconden kon ik net nog een gedeelte van het kenteken opschrijven en merk en de kleur van de auto gaf mij al voldoende indicatie over de mentaliteit van de bestuurder. Remmen, het alarmlicht aan en snel terug lopen om de gewonde kraai op te rapen, was mijn actie.Gelukkig was het beestje nog voldoende bij zijn positieven om mij met zijn snavel stevig te pikken, want verdedigen tegen aanvallers is een reflex die ieder levend wezen mee krijgt bij zijn geboorte. Ik rolde de kraai in een plaid die ik in de kofferbak had liggen en bracht hem vervolgens naar de vogelopvang. Na een grondige inspectie van de vogel bleek het allemaal mee te vallen. Wat gebroken veren en een schram op zijn koppie was het enige letsel. Na een dagje verzorging zouden de mensen van de opvang de kraai weer loslaten. Toen ik terug reed naar mijn afspraakadres had mijn boosheid plaatsgemaakt voor een voldaan gevoel, ja, het op te hebben genomen voor een doodgewone zwarte kraai.

In het verre verleden had ik wel eens het verhaal gehoord van de ‘Barmhartige Samaritaan’. Zou dit er soms ook mee bedoeld worden – mijmerde ik, terwijl ik mijn auto in de parkeergarage parkeerde pal naast een snelle felrode bolide. Toen ik uitgestapt was en naar de uitgang liep zag ik van uit mijn ooghoek een bekend nummer op de naast mij geparkeerde auto staan. Bij nadere inspectie constateerde ik een zwarte veer van een vogel die in de gril geklemd zat. Plotseling kreeg ik het gevoel Sherlock Holmes te zijn, hoe dan ook, deze misdaad zou ik oplossen! Ik was die ochtend uitgenodigd bij een lezing van een hoge ambtenaar van het ministerie van verkeer en waterstaat. Er werd een presentatie gegeven over het bestrijden van agressie in het verkeer. Na zijn zeer interessante betoog was het tijd voor een kop koffie en informeel gebabbel. Hij vertelde mij dat hij vandaag de sportauto van zijn zoon mocht lenen maar dat hij eigenlijk altijd met het openbaarvervoer reisde. Om een lang verhaal in zijn lengte te beperken, vertelde ik hem wat mij die ochtend was overkomen en dat hij de man was die zo agressief reed. Zijn hoofd werd roder dan dat van zijn geleende bolide en het ‘sorry’klinkt mij nog als muziek na in de oren.

Op het tuinhek bij mijn woning zat de volgende dag een ietwat geschonden kraai hij kraste zo zachtjes dat het haast lief leek. En toen ik goed keek gaf hij mij een’Kraaienknipoog.

Thursday, January 17, 2008

Windblaag

De storm had hem met grof geweld ontworteld en op de grond gesmeten. Een open hemelgat, dat wel zo groot was als zijn brede groene kruin altijd beschaduwde, was plotseling als in een donderslag bij heldere hemel ontstaan. Het leek haast op het sterven van een enorme groene dinosauriër, de aarde schokte door de geweldige dreun, nog een tijdje na. Na het krakende kraken van zijn takken en het zuigeindige zuchten van zijn losgescheurde wortels, werd het heel langzaam stil in het fris groene voorjaarsbos. Nu pas begon het tergend langzame, haast zielige sterven, van de groene reus. Nog een beetje vast met zijn wortels, natuurlijk te weinig om te leven, maar net iets te veel om direct dood te zijn. Kijk, hé kijk nou, ik zie een muisje onder de schuine hoge wortelkluit zijn holletje al aan het graven. Het nieuwe licht heeft leven bij zich en geeft de zaden in de natte bosbodem de kans om te ontkiemen. Na een paar jaar krioelt het hier weer van veel jonge boompjes en struiken. De gevelde reus creëerde met zijn dood de mogelijkheid op heel veel nieuw leven. Ik weet haast zeker dat de storm, die hem had geveld, hem dat als laatste schrale troost net nog even had verteld.

Wednesday, January 16, 2008

Hij of Jij

Als hij dan komt
Je vraagt mee te gaan
Mee te gaan naar buiten
Zeg hem van de wind
De wind met ze'n fluiten
Als hij dan komt
Je vraagt mee te gaan
Mee te gaan naar binnen
Zeg hem van het buiten
Waar de wind waait
Die je gaat beminnen
Als hij komt.

Tuesday, January 15, 2008

Eveniet

Het hoofd is te vol van de dwaze wereld om me heen
Ik word helemaal knettergek van op gedrongen kopen
Ik moet overal een mening over hebben zelfs over niets
Daardoor is het supermarktwagentje gevuld met mijn geest
Te veel van alles hebben en te weinig van alles geven
Ik vul het wagentje nu eens helemaal vol met haast niks
Ik wist het wel dat de lachende caissière mooie ogen had
Van alles niets en minder maakt haar meer dan gelukkiger
Eindelijk geen gepiep en gepin en ook geen statiegeldbon
Ik zie de wereld ineens minder dwaas, buiten schijnt de zon.

Monday, January 14, 2008

Gekwoon

Doe maar gewoon gewoon
Dat is gewoon genoeg
Doe maar gek gek
Dat is gek genoeg
Het kan gewoon
Gek genoeg.

Sunday, January 13, 2008

Los

Ik vraag je, waar ga je heen?
Je zegt mij, ik ga naar nergens
Ik vraag je, waar is dat nergens?
Je zegt mij, ergens is dat nergens
En daar, daar ben ik gewoon even stil
Ik ben daar gewoon even nergens
En nu vraag ik jou je mond te houden
Want ik reis alleen met me zelf
Zonder jou.

Saturday, January 12, 2008

Diermens

Eenvoudig en snel is het besluit genomen
Wel of niet terecht, of je hier ook mag wonen
De aarde heeft geen grenzen als een rechte lijn
Territorium gedrag is dikwijls gekoppelt aan dier zijn
Veel mensen beweren boven de dieren te zijn verheven
Maar in hun gedrag zijn ze soms als dieren, om het even
Dus dit gebied is van mij en niet van iemand zoals jij
Het is niet je huidskleur, je taal, maar je hoort er niet bij
Mijn besluit is dus heel snel en eenvoudig genomen
Ga weg naar een ander land, hier mag je echt niet wonen.

Friday, January 11, 2008

Universeel

Niemand heeft het recht een ander zijn geest te beheersen
Iedereen heeft het recht zich niet te laten overheersen
Het idee dat jouw geest anders moet willen dan jou ik wil is
Is geboren in de bedachte Goddiensten die niet van jou zijn
Ook niet van God of een daar op gelijkende feeërieke geest
Het leven is niet te strikken in een verzonnen 'Goddelijk' feest.

Thursday, January 10, 2008

wormvormig aanhangels

Ik was even lekker gaan zitten op de helling van de dijk, om na een stevige wandeling de voeten even te strekken. Daar voelde ik het in eens, wel nog ver weg, maar toch vlak onder mij,de aarde bewoog omhoog. Niet met de gewelddadige eruptie kracht van een hete vulkaan of een gevreesde dijkverschuiving. Nee, recht onder mijn kont bewoog de natte grond korrelig met horten en stoten omhoog. Ik wist het nu haast zeker, er is een mol onbehoorlijk aan het dollen in zijn ondergrondse metro. Mijn besluit stond vast, of liever zat vast, ik blijf zitten waar ik zit en verroer me niet. Wat een kracht heeft zo'n klein zwart mormel, in een oogwenk tijd werd ik, met mijn meer dan 70 kilo, omhoog gedrukt. Dan opeens een mooie hoop fijn verkruimelde aarde tussen mijn benen en een neussnoetje met een paar roze graafhanden. Ik bleef doodstil zitten, hij had mij waarschijnlijk nog niet ontdekt want hij bleef een tijdje zo half uit zijn molshoop hangen. Dacht hij soms dat ik een grote worm of engerling was, ik wist namelijk dat mollen behoorlijk kunnen bijten. Een mol tussen mij benen die op zoek was naar wormen of iets wat daar op leek, het koude zweet brak mij uit. Het leek mij verstandiger nu toch maar even te bewegen, gelukkig weg was hij, terug naar verre diepe oorden. Toen ik opstond was mij broek behoorlijk nat geworden, van de natte grond? of van de verlammende angst op mijn sluitspieren?

Wednesday, January 9, 2008

Compos mentis

Er zit een piepklein grendeltje ergens in mijn hoofd
Ik kan het zelf verschuiven van open naar dicht
Mijn hoofddeur blijft gesloten als t'geluk wordt gerooft
Ik ben in mijn kop de hoofdbewoner met eigen gezicht
Ik laat niet alles zomaar binnen in mijn schichtig hersenhuis
Geweld, haat zijn gecamoufleerd verborgen in beeldenbuis
Ik ben de baas, soms ben ik het gewoon even vergeten, maar!
Er zit nog steeds dat piepkleine grendeltje in mijn hoofd
Het is in een flits van herinnering dat gewoon zeker te weten.

Tuesday, January 8, 2008

C'est la vie

Ik dans iedere dag met mijn geliefden
Ik dans met ze dag en nacht
Word ik moe, ik ga hem niet ontspringen
Het is het leven, niet de dood die plezier verwacht
Iedere dag zet ik de bloemetjes buiten in het volle licht
En als het donker wordt, de nacht begint te zingen
Het leven danst dan voor mij, als in een mooi gedicht
Kom binnen, dans met mij en laat de liefde je beminnen.

Monday, January 7, 2008

Zakloos

Een stofzuiger uit het stoffige Enschedé, riep
Ik ben hellemaal verstopt, ik ben het zat, ik doe niet meer mee
Door al dat vele zuigen heb ik steeds veel te snel een volle zak
Dat verwisselen kost heel veel geld en nog veel meer ongemak
Maar hij zag laatst in de krant een mooie advertentie staan
Te koop, 'Een zakloze zuiger met een lang oprolsnoer er aan'
Zijn besluit stond vast, bij zijn voornemen het volle zakken tij te keren
Hij liet zich door de stofzuigerspecialist aan zijn volle stofzak opereren
Nu gaat hij fluitend door het leven zonder die altijd volle verzadigde gast
Want al zuigt hij nog zo lang, van een volle zak heeft hij nooit meer last.

Sunday, January 6, 2008

-+-+=X

Het hongerige gehuil van de wolven
Is geen geloei van tevreden grazend vee
Zij bedrijven hun gedreven spel in opdracht
Hun voortbestaan als het wolven bestand
Is met jagend doden voor geprogrammeerd
Genoeg om te leven, niet te weinig om te laten leven
Evolutie als oudste en jongste in een progameur te zien.

Saturday, January 5, 2008

Voorjaar

De slingers hangen door het hele dal, van dorp naar dorp en al
Als lokkertjes voor het mooie feest van de nieuwe voorjaarsgeest
De slingers zijn niet door mensen gevangen en aan de takken gehangen
Ze zijn, zonder liegen, met de warme zuidenwind mee komen vliegen
Even, een paar dagen, heel misschien wel tien, is hun bloesem te zien
Ik met jou en jij met iedereen zetten, met trommels trompetten fluiten
Dansend onder bruidse bomen, het mooiste bloementje even buiten.

Thursday, January 3, 2008

Waarheen?

Pappa ik heb zo'n honger, wanneer zijn we in het groene dal?
We zijn er zo, maar je moet lopen en je honger verstillen die komt
Kijk maar goed, in de verte is het al veel groener dan hier
Pappa ik heb zo'n dorst, wanneer vinden we een drinkplaats?
We zijn er zo, maar je moet lopen en je dorst bedwingen die komt
Kijk maar goed, in de verte zie je een waterval in de zon schitteren
Pappa ik heb zo'n angst, wanneer zijn we eindelijk in een veilig land?
We zijn er zo, klim maar op mijn rug ik bedwing ze allemaal voor jou
Luister maar goed, doe rustig je mooie ogen dicht en zie het licht
Pappa, o lieve pappa, ik hoor mamma met engelen over vrede zingen.

Wednesday, January 2, 2008

Eksterwacht

Wij hebben een beveiliger naast ons huis wonen, het is echt waar. Het is niet zo'n mannetje in een uniformpje en namaak politie petje. Nee, hij heeft ook geen fluitje en walkie talkie bij zich, helemaal niets, van dit pseudo politie mannetje spelen, heeft hij in zich. Die beveiliger, want zo noemen wij hem altijd, woont gewoon in een van de grote bomen die naast ons huis staan. Daar, in een hoge, boven het dak uit gegroeide es, heeft hij, of misschien wel zij, of allebij, een flinke takkenbos achtige boomhut gebouwd. Al jaren horen wij van uit onze slaapkamer het gekwetter en gekras van het vogel echtpaar, de eksters, het is heel aandoenlijk. Wij hebben het dikwijls over onze eksters, zo vertrouwd is hun aanwezigheid in hun boomtorenflat. Maar wat heeft dat eigenlijk met beveiligen of bewaken te maken? Zou de vraag kunnen zijn. Alles! Want als er iets of iemand, vooral als het donker is, langs het pad van ons huis begeeft, gaat het onovertroffen ekster waarschuwingsysteem af. Het begint eerst zachtjes met een soort kwetterend schelden wat steeds heftiger wordt, en vervolgens uitmond in een echte onbehouwen scheldpartij. Eerst vonden wij het zeer irritant, dat schelden midden in de nacht. Maar toen ik tijdens zo'n nachtelijke schelpartij even uit het slaapkamerraam keek, zag ik dat het echt niet voor niets was, er liep namelijk een vreemde snuiter bij ons over het tuinpad. Even het raam iets verder open gedaan en gevraagd wat hij hier eigenlijk te zoeken had midden in de nacht, het had wel een snelle aftocht van deze 'persona non grata' als gevolg. Een ding is soms wel vervelend, onze beveiliger heeft niet zo veel op met katten, en katten zijn er genoeg in de buurt. Er is dus nog al eens een vals katten allarm, maar dat weegt niet op tegen het echte werk en dat werkt perfect!

Tuesday, January 1, 2008

Beloof niets

Het beste wat je kunt voornemen bij het jaar begin
Doe geen beloftes die je niet zomaar waar kunt maken
Doe ze niet, zelfs niet tegen je eigenwijze beter weten in
Stoppen met roken, afvallen door het snoepen te staken
Beloven iets te doen maakt de slagingskans echt niet groter
Bij het niet lukken er van is de klassieker van sorry een feit
En bij hun afwezigheid, maakt de koe toch geen halvarine maar boter.