Vliegensvlug
is de mug
die mij heeft gestoken
ondanks mijn sigaren roken
om hem te misleien
heeft hij zich voldaan
toch te goedgedaan
aan het zoete bloed
uit mijn dijen.
Niet alledaags, maar wel van deze tijd, dit lezen maakt vragen los die wellicht om antwoord vragen in de wijsheid van het moment.
Vliegensvlug
is de mug
die mij heeft gestoken
ondanks mijn sigaren roken
om hem te misleien
heeft hij zich voldaan
toch te goedgedaan
aan het zoete bloed
uit mijn dijen.
De zon schijnt vandaag anders dan op andere dagen het is de kleur van verdwijnend wit die haar stralen omfloerst. Nog even zingt de merel onschuldig zijn lied bij het ochtendgloren maar de angst roert zijn zang. Sla je armen om mij heen kom in mijn nabijheid schuilen want het leed is meer dan het licht kan verdragen. Als je tranen zijn gedroogd en je hart rust heeft gevonden zal de hoop op vrede het toch overwinnen van het kwaad. Sla je armen om mij heen zodat ik je mijn nabijheid kan schenken.
.
Een onderwijzer vroeg aan de wijze oude man, hoe om te gaan met blinde en dove kinderen. Door het antwoord van de wijze oude man kreeg de vrager weer een heldere kijk en scherper gehoor.
Klinkklare taal behoeft geen uitleg maar begrijpbare gebaren of een leesbare ondertiteling voor u gehoorloze studenten. Een heldere beeldvorming behoeft geen toelichtend betoog maar een verstaanbare en invoelbare beleving in aanraking en brailleschrift voor u niet ziende leerlingen. Emotionele gevoeligheid weergegeven in zintuigelijke beleving is een sterke onbewuste kracht in het soms onvolkomen en haperende leven. Geeft ieder mens met die beperking de ruimte in zijn of haar innerlijk universum te functioneren.
Ik ben zwerfafval, hinderlijk of niet, niemand kan mij zwevend of drijvend bestaan op de voet volgen. Het is de wind waar ik een niet getekend nul uren vervoerscontract op losse schroeven mee heb, want zo de wind waait waait mijn jasje. Wat mij soms misselijk maakt is het rondtollen en dollen in doodlopende straten en steegjes of het met ze'n allen opgepropt drijvend liggen te wachten voor een gesloten watersluis. En dan nog zo een, die vermaledijde alles opzuigende veegwagen, ik heb er echt een broertje dood aan want hij stort je zonder enig gevoel van mededogen rücksichtslos in de afvalverbrandingsoven. Een soort van crematorium maar dan voor afgedankte maatschappelijke verpakkinsproblemen. Het enig wat mij rest is het in beweging blijven en als het niet anders kan de oceaan als ontsnappingsroute te gebruiken. Want al ben ik maar een afval zwerver, ik wil mij toch ergens thuisvoelen.
Zonder dat de schaapsherder het eerst door had liep er een wolf in schaapskleren tussen zijn schapen te klieren. Wel was het hem opgevallen dat het beest niet van de heide graasde maar steeds probeerde een lam in zijn lamsoren te bijten. Wat was hier aan de hand? Allereerst is goed te weten dat deze wolf een verre neef was van de Boze Wolf uit het sprookje van Roodkapje en dus net zo gemeen. Hij had het op een akkoordje gegooid met de altijd tegendraadse ram van de kudde. Deze nare en lamlendige ram had zijn schapenvacht aan de wolf verkocht in ruil voor de wolvenvacht van de wolf. Het was dus heulen met de vijand en verraad van het aller hoogste kaliber. Maar net als in het sprookje van de Boze Wolf en Roodkapje, was gelukkig ook hier een klein pienter meisje en wel in de hoedanigheid van een speels lammetje die de slechte bedoelingen van het schimmige tweetal doorhad. Toen aan het einde van de dag de schaapherder zijn kudde veilig in de schaapskooi bracht, zorgde het pientere lammetje er voor dat de twee valseriken de nacht buiten de veilige schaapskooi moesten zien te overleven. Toen de zon de volgende ochtend nog maar net was begonnen met schijnen lag de wolf zonder schaapskleren en de ram zonder wolvenvacht poedelnaakt in het bos te rillen van de kou. Want de hongerige Boze Wolf had ze letterlijk en figuurlijk te grazen genomen.
"Ik ben al meer dan duizend jaar een weeskind,"sprak de duizendjarige eik. "Toen mijn ouders werden omgehakt ben ik als klein eikeltje van ze afgevallen en onder de grond terecht gekomen." De eendagsvlieg kon zijn ogen en oren niet geloven en ook de kolonie bladluizen lieten zich van schrik uit de boom vallen."Sorry sorry", riepen ze allemaal in luizenkoor. "We hebben echt wel respect voor u ouderdom hoor, we gaan wel een andere boom uitzuigen." "Trouwens hoeveel dagen eendagsvliegen zijn dat eigenlijk, die duizend jaren?"vroeg de eendagsvlieg aan de hoogbejaarde boom. Maar die haalde z'en schouders op en zei dat het hem geen boombast kon schelen. Alhoewel niemand van de bosbewoners naar school was geweest, ook niet de wijze uil, wist een heel pienter spitsmuisje de rekensom snel te maken. "Ongeveer een twee drie... even denken hoor, driehonderdvijfenzestigduizend dagen!"piepte het spitsmuisje triomfantelijk. Weesboom luis muis of egel, iedereen was het er over eens dat heel veel dagen leven ook heel veel wijsheid kan geven. Aldus besloten ze dat de oude eik voor altijd en door iedere bosbewoner bescherm moest worden. De eik vond het zo fijn en mooi, hij schudde wild en woest met zijn takken zodat er wel duizend eikeltjes op de vochtige bosgrond vielen. Hij bulderde, "Als jullie snel gaan groeien hoeven jullie zeker de eerste ...jaren geen weeskind te zijn!"
Als het begin er niet is, het eindeloos zoeken blijft naar het waar en hoe. Zelfs al zijn er duizend richtingaanwijzers dan nog blijft de cirkel een cirkel met een grens zonder eind zonder begin. Doe je ogen dicht, sluit je oren voor geluid van buitenaf, laat je mond ademloos sprakeloos zwijgen. Nu ben je in jezelf en uit jezelf, nergens en ergens zonder grens in je denken. Jouw cirkel is rond en je geest kan haar vrijheid nu eindeloos voor even beleven.
Voor dat de lucht is geklaard
zal de regen met een vaart
het droge land bekeren
beken rivieren meren
woest overstromend onbedaard
zo de natuur ons haar kracht
Zal leren.
Als mijn tranen door de wind zijn verwaaid
Het achtergelaten lichaam in het niets is opgegaan
Worden de doorleefde jaren weer opnieuw gezaaid
En zal het leven eeuwig blijven in een ander nieuw bestaan