Monday, August 17, 2009

Frieten liefde

Ik ben scherp en punctueel als punaise
Ik maak mijn punt ook in deze malaise
Ik ben vast geprikt om mijn vasthoudendheid
Zodat ik geen partij ben in de concurrentie strijd
Maar ik maak mijn zorgen om dat nieuwe nietmachientje
Zij heeft een fleurt met de mooie secretaresse Nicolientje
Ik zag ze laatst als punctuele en fatsoenlijke punaise
Samen in de snackbar helemaal onder de mayonaise
Want ze zaten allebei haast sensueel te genieten
Niet van elkaar maar van een flinke portie frieten

Sunday, August 16, 2009

Je weet maar nooit

Het was stil op het strand, de badgasten waren na het vertrekken van de zon ook vertrokken. Heel in de verte liepen nog een paar verdwaalde toeristen te zoeken naar een duinovergang. Ik was in een verlaten kuil gaan zitten, in mijn zak zat een blikje bier dat riep om te mogen sissen. Pats klik en sis, het schuim vloeide als een springvloed over mijn hand.."Zonde van het bier,"mompelde ik. "Dat is het zeker,"klonk het plotseling van achter mijn rug. Ik keek enigszins geschrokken en verbaasd achter mij, maar kon niets ontdekken wat de oorzaak was van dit menselijke geluid. "Mag ik ook een slokje, toe nou, doe niet zo donders gierig," klonk het nu veel duidelijker. Goed, de zon was behoorlijk fel geweest en het risico van een zonnesteek was mogelijk geweest, maar ik draag altijd iets van een pet op mijn dunbevolkte kop. Ik besloot als tegenspel het verstoppertjes spel gewoon mee te spelen. "Kom het maar halen er is genoeg voor twee, want ik heb er nog een in mijn zak zitten,"praatte ik expres hard op. Om de daad bij het woord te voegen zette ik het blikje bier voor mij in het zand.Tot mijn stomme verbazing kwam er plotseling beweging in een stuk aangespoeld wrakhout dat tegen de rand van de kuil lag, het kwam overeind en werd ineens een menselijk gedaante. "Het moet toch niet gekker worden,"riep ik in onvervalst Rotterdams."Levend wrakhout!" Ik nam snel een slok van mijn bier om de brok in mijn keel weg te spoelen. Het mens geworden stuk wrakhout was ondertussen tegenover mij gaan zitten, pakte het blikje bier, het bekende klikken en sissen volgde. "Proost!" riep het, of beter gezegd hij, daar zat zomaar een complete knoestige zeeman die zo uit een stripverhaal leek te zijn gestapt. Hij vertelde mij dat hij heel lang geleden op een schip had gevaren dat in een hevige storm was vergaan. Om het vege lijf te redden, de reddingsboten waren ook gezonken, had hij zich aan een stuk wrakhout vastgeklampt. Niemand had hem ooit gevonden, "tot dat jij mij begreep en kon verstaan,"prevelde hij haast onverstaanbaar. Bij zo'n gebeurtenis hoort meer bier en misschien wel wat sterkers, was zo mijn inschatting. Dus besloot ik naar het strandpaviljoen te gaan om bier en schnaps te halen om onze ontmoeting te vieren. "Ik blijf wel hier op je wachten," zei de oude zeebonk, want aan dat wachten was hij zo langzamerhand wel gewend geraakt."Zeker een pratend stuk wrakhout,"schertste de paviljoenhouder. Ik ging niet in op zijn dom gelul, het was toch zeker waar. De kuil was helemaal leeg toen ik terug keerde met mijn tas vol spiritualiën. Alleen verderop lag een stuk wrakhout. "Heeft de zon dan toch door mijn pet heen gestoken!"riep ik verbaasd. Het stuk wrakhout heb ik uit respect en piëteit mee genomen en later ergens op een mooi plekje in de duinen begraven. Want je weet maar nooit

Saturday, August 15, 2009

Hallo zeg

Het verband van verbindingen maakt de bevindingen, is er geen verband komt de klik gewoon niet tot stand. Maar normaal praten en lekker zingen geeft zonder bedingen meer contact tussen de zijnen en mijnen dan de ingewikkelde versluierende communicatie lijnen. De vogel zingt zijn lied ingewikkeld gefluit of niet maar altijd te verstaan in zijn gebied. Verwarring is de chaos van het gebrek aan een mooi gebek tussen jou en mij, zo simpel als het gefluit van de tureluur boven de groene wei.

Friday, August 14, 2009

Saai

In evenwicht is het gedicht dat ik even dicht
Niet naar boven nog naar onder meer belicht
Precies in het midden van het plicht gezicht
Maar het is wel een verschrikkelijk saai gedicht

Thursday, August 13, 2009

Scheiding

Wanneer zie ik je weer
Weer, na je ommekeer
De krant blijft liggen waar hij ligt
Deze dag heeft een ander gezicht
Alleen is de ene helft
Samen is de hele
Maar wat mij ten dele
Is mijn stil verdriet
Het weer van de ommekeer
Dat komt er niet

Wednesday, August 12, 2009

Spijttomaat

Een groep tomaten uit het Italiaanse Lombardije
Was verliefd op een troep olijven uit Istanbul in Turkije
Samen vreeën ze in de olijfboomgaard onder de Turkse zon
Totdat de olijfboer kwam met een grote inmaakton
De tomaten en olijven werden door de boer daar in gedreven
Zodat ze een jaar lang samen ingemaakt konden leven
Maar de tomaten huilde om hun stomme domme vrije
En schreeuwde uit de ton dat ze terug wilde naar hun Lombardije

Tuesday, August 11, 2009

Geduld

"Meneer heeft u voor mij een beetje geduld", want ik heb te veel ongeduld", schreeuwde een klein jochie, naar mij. Ik begreep in eerste instantie echt niet wat hij bedoelde, geduld is niet te geef en ongeduld dat maak je zelf. Maar goed, in mijn opperste wijsheid probeerde ik er achter te komen waarom het 'drie turven hoog' mannetje zo van streek was. Hij zat aan de waterkant met een zelfgemaakte hengel te vissen. Het vishaakje was gemaakt van een kromme spijker en zat met een stevig touw aan de selfmade hengel vast geknoopt."Heb je aas bij je?" vroeg ik als volleerde visser. Hij stak een een groot stuk brood in de lucht. "Vissen vangen met een kromme spijker gaat niet, ook niet met brood en veel geduld,"vertelde ik hem. Een eindje verder op had een echte fanatieke 'hobby' visser zijn dobber tot midden in de singel gegooid, zijn hengel in een standaard geplaatst om vervolgens naar zijn auto te lopen om een kratje bier te pakken. Als in een flits wist ik het, want zijn dobber dreef in de richting waar het mini vissertje zat te treuren. Ik pakte de selfmade hengel die hij achter zich neer had gesmeten op en gooide met een sierlijke boog het touw met de kromme spijker naar de full-prof dobber. "Raak,riep ik, je hebt beet!" Inderdaad de dobber zat vast aan zijn hengeltje. Het bier had zeker al wat eerder gevloeid bij de sportvisser, want hij had helemaal niets in de smiezen. Samen haalde ik met het ventje de dobber voorzichtig naar de kant en snee snel met mijn zakmes de vislijn door. "U heeft wel geduld!"riep het vissertje in spe uitgelaten. Want de dobber dook ineens als een onderzeeër naar beneden. Ik liet hem zijn eerste gevangen vis zelf ophalen en natuurlijk, na hem te hebben bekeken, weer voorzichtig terug zetten. Hij vertelde dat hij binnenkort jarig was en dat hij een echte hengel zou vragen. "En het geduld dat komt vanzelf als je het maar hebt," zei ik hem filosofisch.

Monday, August 10, 2009

Niet stuk te krijgen

Een vlammenspel als een levende breedbeeld tv
De maan gluurde aanschouwend over de rug van een wolk
En wij, met meer dan twee genieten van bier en wijn
Nu even een rustig tevreden volk te zijn, en de maan
Ik wist het zeker hij knipoogde en lachte om ons simpel geluk
Dat kon en ging die nacht gewoon niet weg en stuk

Tuesday, August 4, 2009

Net niet

Op zoek naar geluk kwam ik het 'net niet spookje' tegen. "Ga opzij", riep ik haastig, "straks mis ik nog de boot naar de horizon". " Als je het goed vindt reis ik zover met je mee, want ik voel mij een beetje alleen,"fluisterde het spookje haast onhoorbaar. Ik had geen bezwaar en samen liepen we naar de waterkant, daar waar de horizonboot zou afmeren."Hij komt wellicht niet,"mompelde het spookje ontevreden, "zeker net niet"plaagde ik hem, want ik zag aan de horizon toch een mast verschijnen. De boot was stampvol met gelukzoekers er was nog maar net plaats voor een passagier. Ik keek het 'net niet spookje' aan en vroeg aan hem wat te doen. "Ga maar zonder mij dat vind ik net niet erg, riep het zangerig. Dat was het juist, ik vond het nogal zielig om hem moederziel alleen achter te laten."Als je geen 'net niet spookje' was dan was het gewoon geen probleem om aan boord te komen,"riep de kapitein. Dat was eigenlijk ook zo , we besloten om dan maar allebei de boot te missen en gewoon het geluk dichterbij te gaan zoeken. De boot vertrok zonder ons tweeen want er mocht er maar een mee. We gingen samen op een bankje dat aan de kade stond zitten, het 'net niet spookje' lag zijn zweverig hoofdje op mijn schoot, ik voelde dat het huilde. "Ik huil niet van verdriet hoor,"snikte het. "Ik ben zo gelukkig dat jij mij net niet in de steek hebt gelaten, al scheelde het echt niet veel."Het verschil werd een gelijk en samen vonden we daar ons geluk. 'Gelukkig net wel, niet dan,"lachte het spookje door zijn tranen heen.

Sunday, August 2, 2009

De onderwereld

Net iets groter dan ik zou kunnen weten
Is de wereld van de kastanjeboleten
Zeker gezien van uit de enorme schaal
Van hun ondergrondse mycellium kathendraal
Leven zij als onmisbare complexe schakel
In de onderwereld als een stil mirakel