De trein was die dag wat later, maar niet erg veel vertraagd.Omdat er een koude schrale wind over het perron woei, was ik in een van die aquariumachtige wachtruimtes gaan zitten. Vroeger kon je door de mistige rook van de flink paffende reizigers het maar nauwelijks een kwartiertje uithouden, om vervolgens als een vis op droge, snakkend naar een beetje schone lucht naar buiten te vluchten. Maar die tijd ligt dankzij het rookverbod alweer een tijdje achter ons. Tegenover mij zaten twee mannen, zo op het eerste gezicht te zien, vader en zoon.
Er hing, doordat wij met ze’n drieën en niemand anders daar zaten, een wat geladen stilte. Door te zeggen, dat het weer behoorlijk koud voor de tijd van het jaar was, probeerde ik een gesprek aan te knopen met de twee mannen. De oudste van de twee knikte bevestigend zonder overigens een woord te zeggen. Op zo’n moment brengt het lezen in de “Metro”een prima uitkomst. Na wat verlegen kuchen, vroeg de oudste man in het voor mij zo bekende Nederlands/Turks, of de trein naar Roosendaal van dit perron zou vertrekken. Ik zei tegen hem dat ik ook die richting op ging en dat ik hem wel een seintje zou geven als de trein er aan kwam. Door de stadionspeakers snerpte de mededeling:”De trein naar Dordrecht en Roosendaal heeft meer dan een kwartier vertraging”. “Dus toch weer,”mopperde ik geërgerd.De jongste man tegenover mij haalde opgelucht zijn schouders op en zei tegen mij dat hij nu nog wat langer bij zijn vader kon blijven. Ik legde het ochtendkrantje naast mij neer en begon een geanimeerd gesprek met beide mannen. De oudste van de twee was, zoals ik al vermoede, de vader van de jongste.
Hij vertelde dat hij weer terug ging naar zijn geboortedorp in Turkije en dat zijn zoon hem wegbracht naar de luchthaven Zaventem bij Brussel. Ik voelde de spanning van het afscheid tussen die twee mensen, ze hadden allebei roodbetraande ogen en zaten dicht tegen elkaar aan. Ja, na heel veel jaren gewerkt te hebben in Nederland, trok toch zijn geboortegrond het meest. Zijn vrouw was al wat maanden eerder vertrokken en was het ook voor hem nu zover, hij had besloten zijn vrouw en zijn gevoel van heimwee na te reizen.
In de verte priemde drie treinkoplampen een paar witte gaatjes in de winterse ochtendschemering.”Dit is hem”, riep ik keihard, om de knarsend tot stilstand komende trein, te overstemmen.Tot aan Roosendaal hebben we nog veel gepraat en na het uitstappen, had ik handenschuddend ook een beetje van hun rode, maar wel warme ogen gekregen. Bij de eerst volgende prullenbak die ik tegen kwam heb ik al mijn vooroordelen in de ochtendkrant gefrommeld en bij hem gedumpt.
Tuesday, January 22, 2008
Geboorte heimwee
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment