In een land
hier ver vandaan, nog verder dan de verste horizon je laat zien, leefde eens meer dan honderd jaar geleden een
heel bijzonder volk. Een volk dat altijd, ja echt altijd in de wolken was. De mensen
die aan de andere kant van die verre verste horizon woonde noemde deze vreemde
haast onzichtbare wezens het Wolkenvolk.
Dit Wolkenvolk was zo gewend aan de altijd
bewolkte luchten, dat, als ze de zon een keer zagen zich heel snel achter een dikke
wolkenbank verstopte. Omdat de weergoden dit volk wel heavy en cool vonden,
zorgden die goden dat het haast altijd bewolkt was. Nee, niet altijd met de
zelfde wolken, want dat is natuurlijk ook erg saai. De ene dag waren er mooie
hoge stapelwolken waar soms een druppel regen of een hagelsteen uit viel, maar
waar ook soms een ietsepietsie zon langs heen scheen. En op een andere dag
waren het hele dikke donkere vette onweerswolken waar het wolkenvolk zo mee aan
het stoeien en worstelen was dat het donderde en bliksemde van het natuurgeweld.
Maar het meest hielde ze toch van de mistige ochtenden en dagen.
Weet je, dan kwamen ze met allen tegelijk met een roetsj naar de aarde gedaald. Ze konden dan
heerlijk ongezien rennen en spelen, ja zelfs helemaal naakt zwemmen, want boven
het water is de mist dan altijd zo grijs en dik dat niemand helemaal niets van
ook maar iets kon zien. Maar op een zekere dag, het is denk ik zowat honderd jaar
geleden, begonnen de weergoden een beetje verveeld te raken, ze hadden zogezegd
eigenlijk niet zo veel zin meer om altijd maar voor massa’s wolken te zorgen. Hoe
dat kwam? nou dat kwam door het volk van de Zonaanbidders. Die hadden keer op
keer iedere zomer bij de Opperweergod geklaagd dat zij nooit de kans kregen om de
God van de zon te aanbidden. Altijd als ze liggend in de zon met het aanbidden waren begonnen
schoof er een dikke wolk, nee, soms een heel dik pak donkere wolken voor de zon.
Als een Opperweergod ergens een verschrikkelijke hekel aan heeft is het wel aan gezucht naar
boven in de lucht. Hij riep met een alles overheersende stem,"ik wil geen
gezeur aan mijn hemelboog". Van af die dag is het wolkenvolk langzaam maar
zeker vertrokken naar het Himalaya gebergte, daar waar de bergen nog tot in de
wolken mogen komen. Als je daar heel stil op een late avond op je slaapmatje
gaat liggen, in een slaapzak natuurlijk,want het is daar verschrikkelijk cool, en
je kijkt naar de bergtoppen, heus echt waar het is geen droom of fantasie, dan
hoor en zie je ze, het wolkenvolk, soms beetje klagen, maar ook pret maken over
de heel lang geleden verdwenen bewolkte dagen.
No comments:
Post a Comment