Thursday, October 14, 2010

Doe er wat aan

Het was vandaag door het lage miezemotterige wolkendek al vroeg aan het donkeren. Doodstil was het op straat, hier en daar miauwde een verdwaalde krolse kat en de wind speelde verveeld met het zwerfvuil. Ik was op weg naar mijn stamkroeg om mijn chagrijn van die klote dag door een stevige borrel proberen te vergeten."Meneer wilt u een straatkrant", vroeg de verkoopster met een vriendelijke geaccentueerde stem. Ik koop eigenlijk nooit een straatkrant, niet om die paar euro's, ik vind dat er gewoon geen echt nieuws in staat, te minste dat wat ik onder nieuws versta. Maar deze keer was het anders, ik was sacherijnig met een doel en met dat doel bedoel ik, het nieuwe kabinet met gedoogsteun van..... bah en nog eens bah! Het gekke was dat ik door die straatkrant verkoopster ineens, als een soort, ik heb het licht gezien! werd getroffen. Wat nou voor geouwe... en nog wat, je weet wel. "Geef mij al je kranten die je nog over hebt, hoeveel zijn het er, 20? oké dat is dan 40 eurie's."Ik pakte een briefje van 50 en stopte het in haar jaszak. "De rest is voor je moeder, en je mag ze straks gerust nog een keer verkopen want wat moet ik met zo'n boel kranten?" "We gaan eerst eens een bak sterke pleur drinken om de overwinning te vieren van het gezonde verstand." Toen ze haar capuchon naar beneden deed schrok ik van haar gezicht, ze zat onder de littekens van oude brandwonden. In mijn stamkroeg vertelde ze mij haar in en in trieste verhaal van oorlog en verdriet, de pijn en te moeten vluchten zonder familie, het weten van misschien weer ongewenst te zijn. Ik had die avond echt geen borrel meer nodig om mijn chagrijnige bui te laten verdwijnen. Vluchteling zijn en dan ook nog bang moeten zijn voor een regering die jou niet wilt gedogen, "over mijn lijk en dat van mijn betovergrootvader!" riep ik strijdvaardig door het mager gevulde café. Met de gedachte dat er tenminste zeker één Nederlander was die misselijk werd van het woord kansarme vluchtelingen, beloofde ik haar iedere dag op z'en minst 2 straatkranten te kopen, een voor mij en een voor de buren. Het woord uitzetten moest ze uit haar hoofd zetten want ik zou dat niet gedogen. Een oude tante van mij zei altijd als mijn oom weer eens liep te foeteren dat alles en verkeerd fout was,"bij dat alles hoor jij ook Janus, dus doe er wat aan."

No comments: