Thursday, April 9, 2009
Ander geluk
Als een dronken schelp door de branding gevangen in bossen wier, strandde ik op het strand bij de Noorderpier. Regen verdunde het kwellende zout en ik verwachtte benauwd dat een kind mij vinden zou tussen het wrakkenhout. Mijn reis was het einde van een waterig bestaan, ik voelde een krak en nog een, de landrover van de strandvonder kwam er aan. Met gebroken hart bleef ik achter samen met het warrig wier, geen kinderhand vindt mij nog hier. Maar treuren doe ik niet om mijn onfortuinlijke gestrandde landing, ja, ik luister nu uur na uur naar het orkestrale orkest van de eeuwige branding.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment