Thursday, August 16, 2007

Zonnesteek

Het was een mooie zonnige zomerdag, zo'n dag waar strand en zee verlokkend naar je roepen, als in een reclame spot. Daar lag ik dan eindelijk, met mijn, met zonnebrandolie ingevreven lijf, op het warme zoute zandstrand. De zon was rood en heet de lucht koel en blauw en het schuim van de witte branding van de zee niet ver van mijn roze tenen. Ik droomde langzaam weg, ver weg, met de branding, het meeuwen gekrijs en geroesemoes van het strandvolk, als langzaam wegstervende achtergrond muziek. Plotseling voelde ik een gewurm en gewroet onder mijn hoofd, even later gevolgd door een gevoel van twee zanderige handjes op mijn gezicht en keel. In mijn oren hoorde ik een zacht fluisterend stemmetje, een beetje krakerig maar wel goed te verstaan."Ik ben een zandmannetje en zit vlak onder je hoofd in het zand verborgen,"fluisterde het stemmetje in mijn oor.
Van zandmannetjes had ik wel eens gehoord, maar dat waren eigenlijk van die kereltjes die liepen te sjouwen met een zak slaapzand, dat ze dan in je ogen kwamen strooien als je niet kon slapen. Alhtans, dat vertelde mijn moeder altijd na het voorlezen in bed."Ja dat is Klaasvaak die is helemaal geen familie van ons zandmannetjes volk,"riep hij kwaad. "Wij willen niets met die drogerende praktijken van hem te maken hebben," vervolgde hij geprikkeld. Hij vertelde dat het volk van de zandmannetjes en vrouwtjes woonde in verlaten konijnenholen, door heel Nederland en ook soms daar buiten, want aan grenzen stoorde zij zich niet. Een hele verre voor ouder van hun volk was het ventje Piggelmee, maar dat was wel heel erg lang geleden. Ik vroeg aan hem of er nog meer van dat soort haast onzichtbare volkjes bestonden.'Natuurlijk, een heleboel zelfs", was zijn haast verbolgen antwoord,"en dat ik dat niet wist kwam door onze ruwe manier van onoplettend leven", schreeuwde hij scherp in mijn oor. Hij vertelde mij verder over het volkje van stroomannen en vrouwen, die vooral vroeger in stroobergen woonde, maar tegenwoordig haast geen woning meer kunnen vinden omdat het wonen in een geperste stroobaal haast niet te doen is. Maar waar het wel goed mee ging, dat was het volk van de mosselmannen."Zij wonen in lege mosselschelpen, je kent ze wel overal zie je ze langs het strand en kades liggen, dus uitkijken dat je er niet op gaat staan", zei het zandkereltje wijs. Plotseling schrok ik wakker door een standbal die een spelend kind op mij rug had gegooid. Een grote lege plastikzak was tegen mijn hoofd gewaaid en had al die tijd een fladderend knerpend geluid gemaakt in mijn oor. "Dus helemaal niks zandmannetje, gewoon wat plastik gelul", bromde ik. Maar toen ik mijn badhanddoek op wilde vouwen, rende er plotseling iets weg, dat iets was een kereltje met een rode puntmuts, ik weet het haast zeker dat ik hem zag. En weet je wat ik ook zo gek vond, ik had in eens een eennorme trek in thee en ik lust eigenlijk helemaal geen thee, wel een biertje.

No comments: