Thursday, December 15, 2011

Gloria, hik

Dwars tegen alle verwachtingen in was kreupele Esse toch naar het dorp gekomen. Hij woonde eigenlijk veel te ver weg van de bewoonde wereld, ergens diep in het oerbos waar geen enkel pad liep, in een eenvoudige houten hut. Jaren geleden, toen hij nog goed kon stappen klauteren en klimmen, zagen ze hem wel wat meer opduiken als er ergens een feest of jaarmarkt was. Maar goed, alles gaat soms niet zo als het zou moeten gaan. Esse was een keer op een van zijn stroperstochten door een knorrig wild-zwijn aangevallen en daarbij had hij een lelijke beenwond op gelopen. Dokters en ziekenhuizen, nee, daar wilde hij in de verste verte niets mee te maken hebben. Zo gebeurde het dat hij zelf zijn beenwond succesvol behandelde tegen het gevreesde gangreen., beter gezegd 'koudvuur'. Wat normaal gesproken een beenamputatie had kunnen worden, had hij met zijn kruiden en bezweringen, voorkomen. Goed, hij was wel mank geworden omdat niet alle spieren weer helemaal herstelde. Voor hem maakte dat niet zo veel uit want hij kon toch de dingen weer doen die hij altijd deed, jagen stropen houthakken en kruiden verzamelen. Tot zover wat er aan zijn verschijning in het dorp vooraf ging. Ja, want wat kwam kreupele Esse zo plotseling in het dorp doen? Het is goed te weten dat het tegen het einde van het jaar liep, de lichtjes met versieringen die daar bij hoorde waren overal goed te zien, het kerstfeest in wording dus. Kreupele Esse was niet zomaar naar het dorp gekomen. Hij was op verzoek van de dorpsdokter uit zijn afgelegen boshut gekomen omdat de dokter met een groot probleem zat waar hij zelf geen oplossing voor wist te bedenken. Het waren eigenlijk 30 problemen, nee 31. Het kerkkoor en de dirigent waren al dagenlang schor en ieder koorlid zong zo vals als een grieperige nachtegaal. De dirigent was zo ontstemd geraakt dat hij tijdens het dirigeren met stomheid werd geslagen en geen woord meer kon uitbrengen. Poeders pillen en drankjes, geen van de koorleden kreeg zijn stem weer zuiver. Dus ten einderaad had de dokter kreupele Esse opgezocht in het oerbos. "Ik geloof niks, dus waarom zou ik dan het geloof helpen!"had hij de dokter nors toe gebeten, want aardig zijn lag niet in zijn aard. De dokter vertelde vervolgens dat de mensen in het dorp niet zozeer in god geloofde maar meer in plezier en het goed hebben met elkaar en daar gebruikte ze de kerk en ook het koor voor, geen gedoe met heilige, daar moesten zij ook niets van hebben. Kreupele Esse geloofde ondanks zijn ongeloof wel het verhaal van de dokter. "Misschien kom ik wel, misschien ook niet, daar moeten ze dan maar op vertrouwen, zeg dat maar tegen de koorleden," had hij in zijn zwarte baard gebromd.
Eerst koffie drinken met een cognacje in de pastorie met de dirigent en de dokter. Kreupele Esse had een flinke jutezak met gedroogde kruiden op de grote eikenhoutentafel leeg gekiept. "Maak hiervan een aftreksel in een ketel met veel bier en een beetje azijn, als jullie klaar zijn roep dan maar, ik ga eerst even mijn middagdutje doen." Hij schaterde van de lach toen hij het schorre gepiep van de dirigent hoorde. Zo gezegd zo gebrouwen, na een tijdje hing er een wonderlijk geur in de keuken van de pastorie. De dag begon al op zijn einde te geraken toen kreupele Esse weer in de keuken verscheen. "Allemaal er uit, nu! riep hij, ik moet nu de bezweringen oproepen en daar wil ik geen pottenkijkers bij hebben!" Het duurde en duurde en duurde, de maan kwam op de sterren verbleekte. Noch steeds werd het zware gemurmel van Esse van uit de pastorie keuken gehoord. Toen, opeens was het stil, doodstil. Kreupele Esse gooide met een zwaai de keukendeur open, "jullie kunnen morgen allemaal weer zingen als engeltjes of bengeltjes,"riep hij tegen de verbaasd toegestroomde koorleden. In een snel tempo verspreide het nieuws zich door het dorp. Het werd kerstavond, de dorpskerk zat tot aan de laatste zitplaats vol en veel mensen stonden in de gangpaden. Op de preekstoel stond, nee niet de dominee, maar kreupele Esse, dat hadden zo gewild het kerkvolk, want de dominee die zagen ze iedere zondag. Met een breed armgebaar gaf Esse aan dat iedereen zijn mond moest houden. "Ik ga niet preken en bidden, maar ik laat jullie weten dat als je gelooft in je zelf geloof dan ook in een ander, daar heb je niemand anders dan je zelf voor nodig," zijn zware stem klonk als de tonen van het kerkorgel.
"Gloria in Excelsis Deo,"
zong het koor zo mooi en zuiver. En de dirigent? hij was dronken van blijdschap, of toch te veel thee?

No comments: