Als niemand de klok opwind, dan nog staat de tijd niet stil. Wat is het dan wat hem eeuwig maakt? ik weet geen antwoord. Zou ik denken het wel te weten, dan is twijfelen aan die waarheid het meest verstandige om te doen. Het volgende verhaal maakt dat hopelijk duidelijk.
Er stond eens een reiziger, die aan het einde van zijn leven was gekomen, aan de rivieroever. Hij wilde naar de overkant omdat hij zeker wist dat daar de tijd zijn eeuwige domicilie had. "Als ik daar naar toe ga zal mijn leven ook eeuwig kunnen zijn," sprak hij. Maar denkelijk had hij een vergissing gemaakt, want er was nergens een brug te vinden om hem naar de overkant te laten gaan.
Na vele uren turen langs de waterkant ontdekte de doodvermoeide reiziger geen brug maar een visserman die in een boot bezig was zijn visvangst aan de wal te brengen. Na een kort gesprek over zijn goede vangst van die dag, vroeg de reiziger of hij hem naar de overkant van de rivier wilde brengen, geld speelde in deze geen rol want hij wilde de visserman er rijkelijk voor betalen.
"Nee meneer, ik kan u, ook al zou ik het nog zo graag willen, niet naar de overkant brengen, want geloof mij, er is geen overkant voor u." De visserman sprak met veel wijsheid in zijn stem. De naar het eeuwige leven snakkende reiziger, geloofde hem niet en liet al zijn geld en creditcards aan de visserman zien, hij smeekte vervolgens om hem toch aan boord van zijn boot te nemen. Maar visserman schudde zijn hoofd. "Geef u geld en creditcards eerst aan de armen, als u daarna niet gelukkig bent geworden, kom dan terug en ik zal u naar de eeuwigheid varen, meer kan ik niet voor u doen als het gaat om uw angst, te sterven, weg te nemen." antwoordde de visserman.
Enkele dagen daarna trof de visserman de arme maar dolgelukkige reiziger zittend aan de rivieroever.
"Zullen we gaan?" vroeg de visserman zachtjes. De gelukkige reiziger schudde nee, waarna hij zijn ogen sloot en in de eeuwigheid verdween.
Wednesday, January 2, 2013
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment