Een laatste strohalm,
die door een verwarde stroman werd gegrepen,
riep gepakt en zeer benepen.
"Jij bent geen echte man, kom toch op,
maar jij bent een vogelverschrikker, een oerlelijke pop.
Van stro met een echt vervalst stokkerig en stijf lelijk lijf.
"Je hebt zeker gelijk,"sprak stromans," dat staat buiten kijf."
"Maar luister, Jij bent mijn laatste kans om de dans,
de gevaarlijke dans met de dood te ontspringen,"
schreeuwde de stroman nu helemaal overstuur en schoor,
met om zijn ogen weide diepe zwarte kringen.
"Men heeft voor mij geen enkel oog nog oor,
ook geen meelij of pardon, ik word vermalen,
ja vermalen voor een doos van strokarton",
hij jammerde en jeremiëerde konstant door.
In de donkere verte doemde, in het late middaguur,
het onweer met veel gedonder, bliksem en lichtend vuur.
De blikseminslag was recht op zijn behoede strooien kop.
Met donderend geweld werd hij als een soldaat geveld.
Daar lag hij gesneuveld, smeulend in rook en as verdampt
in zijn zwarte hand verkrampt de halm, zijn laatste,
zijn allerlaatste strohalm.
Wednesday, September 24, 2008
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment